Herhaling is noodzakelijk
Een belangrijk principe dat verbonden is aan plasticiteit is herhaling. Hersenverbindingen worden sterker naarmate neuronen vaker samen vuren. Om iets
nieuws te leren is het dus nodig te herhalen, te oefenen, totdat er blijvende, stevige verbindingen zijn gemaakt. Voor het aanmaken van dergelijke blijvende verbindingen is ongeveer zes weken nodig. Overigens gaat de opslag en verankering
daarna soms nog tot wel twee of drie jaar door. De hersendelen die betrokken zijn
bij het leren van nieuwe dingen, met in de hoofdrol de hippocampus, werken het
effectiefst, wanneer steeds op verschillende manieren wordt geoefend. Ook is het
niet nodig elke dag even hard te oefenen; de tussenpozen kunnen langer worden,
naarmate de nieuwe kennis of het nieuwe gedrag beter beheerst wordt.
breinleren
– 95 –
Een leertraject waarin zes weken regelmatig geoefend wordt met nieuw gedrag, is
dus veel effectiever dan een eenmalige driedaagse training
5 Leren samen met anderen is effectiever
Steeds meer wordt duidelijk dat ons brein vanuit de evolutie vele sterke functies
heeft meegekregen die de sociale interactie tussen mensen bevorderen en vergemakkelijken. We zijn als het ware uitgerust met een sociaal interactiesysteem. Het
voornaamste is dat van de spiegelneuronen. Tussen de vele neuronen in ons brein zitten groepen neuronen met speciale eigenschappen: spiegelneuronen. Deze vuren
niet alleen wanneer zij een activiteit uitvoeren, maar ook wanneer een activiteit,
uitgevoerd door een ander, wordt waargenomen. Kijken naar voetbal activeert dezelfde neuronen als daadwerkelijk voetballen. Onbewust worden dus in ons brein
acties in werking gezet die maken dat wij gedrag van anderen imiteren. Zien eten
breinleren
David A. Sousa Antonio R. Damasio
– 96 –
doet eten en lachen is aanstekelijk, geeuwen onweerstaanbaar. We imiteren de
hele dag elkaars gedrag, bewust maar vooral onbewust. Voorbeeldgedrag is hiermee een van de sterkste leerinterventies op onbewust niveau.
Juist doordat hersenen zo enorm gericht zijn op sociale interactie, leren mensen
beter in contact met andere mensen. De spiegelneuronen zorgen ervoor dat gedrag van andere deelnemers (én trainer) wordt geïmiteerd. Mensen leren zo van
kijken naar gedrag van anderen. Positieve interactie tussen mensen zorgt voor een
constante stroom van neurotransmitters die het leren bevorderen. Verder geldt letterlijk: twee weten meer dan één. Door vanuit verschillende perspectieven (hersenpatronen) met een vraagstuk bezig te zijn wordt het aangaan van nieuwe patronen
aangewakkerd. Mensen blijken leerstof beter te doorgronden en te beheersen, als
ze die met anderen uitwisselen tijdens het proces van verwerven en verwerken.
Daar hoeft geen expert aan te pas te komen