Burgerschap politiek-juridisch

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Vandaag

• Burgerschap, start politiek.
• Uitleg middagprogramma 'Op zoek naar stage'.
• Korte pauze (10.30-10.45)
• Gastles geld (10.45-12.15) 
• Grote pauze en op zoek naar stage (12.15-14.30).
• 14.30 weer melden op school

Burgerschap 

Les 1

Politiek

We gaan het de komende weken hebben over politiek. 

22 november

Opdracht

Maak opdracht 1 en 2 van het opdrachtenblad.

Maak ze eerst alleen en overleg daarna met iemand naast je. 

Politiek

Namen die jij kent in de politiek

Ik weet veel van politiek.
0 = niets, 10 = heel veel

010

Ik vind politiek interessant.
0 = helemaal niet, 10 = heel erg

010

Ik heb vertrouwen in de politiek
0 = helemaal niet, 10 = heel erg

010

Als ik 18 ben dan ga ik sowieso stemmen.

Ja

Nee

Weet ik nog niet

Als ik 18 ben dan weet ik ook al op wie ik zou gaan stemmen.

Ja, dat weet ik al.

Nee, nog geen idee.

Ik wil niet gaan stemmen.

In Nederland leven we in een

1. Democratie
2. Dictatuur

Opdracht 

Maak nu opdracht 3 van je opdrachtenblad.

Dus in een democratie:

1. Is de macht bij het volk (het volk mag stemmen).
   
2. Zijn er VRIJE en GEHEIME verkiezingen.
3. Heb je recht op een eerlijk proces met onafhankelijke rechters.
4. Is er vrijheid van meningsuiting. Kranten mogen schrijven wat ze willen en kunstenaars mogen maken wat ze willen.
5. De overheid moet zich ook aan de eigen regels houden.

Timmyland

Programmamaker Tim gaat in Nederland een eigen land oprichten. 

www.npostart.nl

Na de gastles op zoek naar stage

• Jullie gaan zelfstandig de stad in op zoek naar een stage.
• Check voordat je een winkel ingaat of deze winkel op www.stagebank.nl staat. Anders is het geen goede stageplek.
• Heb je een stage? Dan app je me en kom je terug, dan nemen we samen contact op.
• Nog geen stage? Dan terug om 14.30.
• Maak ondertussen de opdracht voor LE2, week 5.

Opdracht voor week 5 (Oplevering)

• In week 5 moet je altijd een grote opdracht voor die LE laten zien. 
  
• Deze LE is het een vlog maken over het zoeken naar je stage. 
• Film dus jezelf terwijl je een stage zoekt, bijvoorbeeld dat je voor een winkel staat.
• Let op, je mag niet in de winkel of winkelpersoneel filmen!
• Het gaat erom dat je je volgers meeneemt naar hoe je een stage zoekt. Waarom deze stage bij je past? Later meer uitleg over de opdracht. 

Vandaag

• 09.00-10.00: Burgerschap
• 10.15-10.25: Uitleg opdracht Vlog oplevering LE2
• 10.25-10.45: Pauze
• 10.45-12.15: Gastles Moneystart
• 12.15-13.00: Pauze
• 13.00-15.00: Op zoek naar een stage óf je stage bellen óf met contract naar je stage.
• 15.00: Stages gezocht? Dan terug naar school om te laten zien wat je gedaan hebt. 

Burgerschap 

Les 2

Hoe heet de koning van Nederland?

Hoe heet de oudste dochter van de koning?

In welke stad zit de Tweede kamer

Hoe heet de tekst die de koning op Prinsjesdag voorleest?

Hierin staat beschreven wat wel mag en niet maag

Hoe noem je de persoon die verantwoordelijk is voor alles op 1 bepaald gebied? Bijvoorbeeld gezondheidszorg of veiligheid en justitie.

Wat mag de koning?

Maak nu het werkblad, wat Mag de koning?

Schrijf je naam erop!

Politiek en jij

Vandaag gaan we het hebben:

• Over verschillende grondrechten.
• Wat jij denkt over politieke stellingen

Aan het einde van de les weet je:

• Wat grondrechten zijn.
• Hoe jij een mening kan formuleren
• Hoe je vanaf een andere kant naar een onderwerp kan kijken. 

Grondrechten

Grondrechten (ook wel mensenrechten) zijn de rechten van mensen in een land die vastgelegd zijn in het wetboek. Hierdoor zijn burgers beschermd tegen de staat. 

Voorbeelden zijn: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en recht op gezondheidszorg en onderwijs. 

Opdracht 

Maak opdracht 1 van je opdrachtenblad.

Bekijk in tweetallen de tekening.

Hoeveel grondrechten zie je hier?

Er zijn 13 grondrechten te vinden.

Grondrechten

• Gelijkheidsbeginsel: Er staat een agent bij twee jongeren die met graffiti hebben gespoten op de muur. Ze zien er verschillend uit. Als ze hetzelfde gedaan hebben, dan hoort de agent ze op gelijke wijze te behandelen. 
• Kiesrecht: iedereen mag stemmen. Voor het stemhokje staan drie heel verschillende mensen in de rij.
• Petitierecht: Midden onder is een man een pak handtekeningen aan het verzamelen.
• Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging: Op de tekening zijn verschillende uiterlijke kenmerken van een geloofsovertuiging te zien: een non met kruisje, een man met keppeltje en een vrouw met hoofddoekje.
• Vrijheid van meningsuiting: waaronder vrijheid van drukpers Voor de muur met graffiti loopt een krantenbezorger. 

Grondrechten

• Vrijheid van meningsuiting, waaronder vrijheid van drukpers. Voor de muur met graffiti loopt een krantenbezorger.
• Vrijheid van vereniging: In één van de huizen huist het bestuur van een voetbalclub, zie spandoek.
• Vrijheid van vergadering en betoging: Er is een groep mensen aan het demonstreren met spandoeken.
• Vrije toegang tot rechter: Links op de tekening is een soort rechtbank te zien.
• Onderwijs: waaronder vrijheid van onderwijs, Rechts op de tekening is een school te zien met daarop de symbolen van twee geloofsovertuigingen.

Grondrechten

• Onschendbaarheid koning en ministeriële verantwoordelijkheid: Vlak bij de fontein knipt de koning een lintje door, wat staat voor het feit dat de macht niet bij hem ligt, maar dat hij vooral een ceremoniële rol heeft.
• Er is een volksvertegenwoordiging: Linksonder zijn drie zetels uit de Tweede Kamer te zien.
• Geheime stemming: Het stemhokje op de zoekplaat heeft een gordijntje en er staat een verbodsbordje op voor het maken van foto’s.
• De doodstraf kan niet worden opgelegd: Linksboven is een galg te zien die buiten gebruik is.

Opdracht

Het is belangrijk om bij nieuwe wetten en ideeën de voor- en tegenargumenten te bekijken. Zo kan je goed bedenken waarom het goed is om iets wel of niet te doen.

Maak nu opdracht 2 van je opdrachtenblad. 

Je ziet 5 stellingen en voor alle 5 stellingen moet je bedenken waarom dit een goed idee (voor) is of juist een slecht idee (tegen). 

Opdracht idee bij politieke partijen

Ga iemand interviewen die weleens gestemd heeft. Stel de volgende vragen:

Vraag waarom die persoon is gaan stemmen.

Of die persoon onderzoek heeft gedaan

Hoe deze persoon aan informatie is gekomen?

Heeft deze persoon wel eens van de stemwijzer gehoord?

Welke onderwerpen belangrijk dat die aan bod komen in de politiek?

Wil deze persoon zeggen op wie hij/zij stemt? Dit hoef je NOOIT te zeggen als iemand dit niet wilt.