2.1 informatieve teksten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,3

LUISTEREN & KIJKEN

2  VERSCHILLENDE TEKSTSOORTEN

- 2.1  Informatieve teksten

- 2.2  Instructieve teksten

DOEL VAN DE LES

Je begrijpt een informatieve kijk-/luistertekst en kunt bedoelingen uit taal- en beeldgebruik halen

Informatieve teksten 

geven uitleg en informatie over een onderwerp.

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

1. nieuwsberichten

2. beschouwingen

3. voorlichtingsfolders

4. interviews
5. studieteksten

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

1. nieuwsberichten 
    de schrijver geeft het laatste nieuws

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

2. beschouwingen
    de schrijver zet jou aan het denken door
    verschillende kanten van een onderwerp
    te laten zien.

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

3. voorlichtingsfolders
    de schrijver legt uit wat iets is of wat je moet doen

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

4. interviews

    de schrijver brengt jou op de hoogte van wat de
    geïnterviewde vindt of denkt

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

5. studieteksten

    de schrijver wil dat je de informatie leert

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Er zijn verschillende soorten informatieve teksten:

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Opdracht 2

Luister nu naar het interview met Jasper

https:

1. Wanneer wordt precies duidelijk wat het onderwerp van dit gesprek is?

1. meteen bij de eerste woorden die je hoort
2. na een paar vragen van de interviewster

2. Wat vertelt Jasper eerst?

1. hoe en waarom hij begonnen is met de klimsport
2. waarom hij de klimsport zo leuk vindt
3. wat de klimsport inhoudt

Leadklimmen

speedklimmen

boulderen

laag klimmen met grote stappen

zo snel mogelijk klimmen

klimmen volgens een moeilijkheidsroute

4.1 Wat is de hoogste graad die Jasper kan klimmen?

1. 6C
2. 7A
3. 7B
4. 7C

4.2 Welke graad kunnen de klimmers uit het Nederlandse team volgens Jasper klimmen?

1. 7C
2. 8A
3. 8B
4. 8C

5. De interviewster vraagt wat voor basispakket je nodig hebt om te kunnen klimmen. Wat bedoelt ze hiermee?

1. A
2. B
3. C

6. Jasper gaat een stukje klimmen. De interviewster vraagt of hij de stappen wil uitleggen. Hoe beantwoordt hij deze vraag?

1. A
2. B
3. C

7. Wat blijkt uit de reacties van de interviewster tijdens en na de klimdemonstratie?

1. Ze vindt het gevaarlijk wat hij doet
2. Ze heeft bewondering voor wat hij doet
3. Ze kan niet wachten om zelf te gaan klimmen

8. Welk niveau klimt Jasper tijdens de demonstratie?

1. 5A
2. 5B
3. 6A
4. 6B

9. Welke 2 doelen heeft dit interview?
De makers willen de luisteraars...

1. bewust maken van de gevaren van het klimmen in een hal
2. informeren over de mening van Jasper over de klimsport
3. uitleggen hoe ze zelf kunnen gaan klimmen
4. vertellen wat de klimsport in een klimhal inhoudt.

Opdracht 3

Opdracht 3

https:

1. Wat is het onderwerp van dit fragment?

2. Wanneer weet je wat het onderwerp is?

1. Als de presentator het gezegd heeft, want de 1e beelden gaan niet over het onderwerp
2. Eigenlijk al bij de 1e beelden, want die laten het heel duidelijk zien.

3. Dit filmpje is een fragment uit het programma Factcheckers. Welk feit wordt in dit fragment gecheckt?

1. Word je dik van chocolade?
2. Is chocolade gezond?
3. Word je gelukkig van chocolade?
4. Is chocolade ongezond?

4. Wat is het antwoord van Frans Kok op de vraag of je gelukkig wordt van chocola?

1. Eigenlijk wel, ...
2. Misschien, ...
3. Zeker niet, ...
4. Zeker wel, ...

5. Wat is het antwoord van Piet Tamminga op de vraag of je gelukkig wordt van chocola?

1. Waarschijnlijk wel
2. Zeker niet
3. Zeker wel

6. Welk antwoord is het meest betrouwbaar?

1. Frans
2. Piet

7. Welke informatie over chocola is onderzocht en bewezen?

1. Als je heel veel chocola eet, is dat goed voor je lever
2. Het eten van een blokje chocola per dag is goed voor je bloeddruk
3. Van het eten van chocola val je af en het is goed voor je ogen

Opdracht 4

eerste fragment

https:

1. Wat wordt bedoeld met de ecologische pootafdruk van een hond?

1. De belasting die je moet betalen voor het houden van een hond
2. de gevolgen die de manier van leven van een hond heeft voor het milieu
3. de hoeveelheid water die het kost om een hond dagelijks vlees te laten eten

2. Het eten van vlees is belastend voor het milieu. Hoe komt dat?

1. Als je vlees eet, moet je veel energie verbruiken om het te verteren
2. Om vlees te produceren heb je voer en water nodig

3. Het produceren van voedsel is belastend voor het milieu. Wie belast het milieu het meest?

1. Mens
2. Hond

4. In hondenvoer worden veel slachtbijproducten verwerkt. Noteer een voorbeeld van zo'n product

5. Wat is het doel van de beelden van het slachtafval?
De makers willen laten zien...

1. dat het niet zo gek is dat mensen geen slachtafval willen eten
2. dat slachtafval iets slechts is en dus niet veilig om te eten voor mensen
3. uit welke delen van dieren het slachtafval precies bestaat

Opdracht 4

tweede fragment

https:

7a. Als je het milieu wilt sparen, kun je je hond het best vegetarisch laten eten.

1. waar
2. niet waar

7b. Carnivoor is een ander woord voor vleeseter

1. waar
2. niet waar

7c. Het is heel gezond om je hond precies hetzelfde te laten eten als je zelf eet

1. waar
2. niet waar

7d. Het is niet gezond voor je hond als je hem vegetarisch laat eten

1. waar
2. niet waar

8. Wat vindt hond Lois van het idee om vegetarisch te gaan eten?

1. wel leuk
2. niet leuk

10. Wat kun je zeggen over de houding van de presentatrice?

1. Ze is geïnteresseerd en laat merken dat ze goed luistert
2. Ze reageert zakelijk en laat niet merken wat ze van de informatie vindt
3. Ze weet niets over het onderwerp en is ook niet erg nieuwsgierig

11. De informatie van dit fragment is

1. waarschijnlijk niet betrouwbaar
2. waarschijnlijk wel betrouwbaar