les3.3 Nederlands

LEZEN
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LEZEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
Je kent de verschillende lees strategieen
Je kent verschillende tekstdoelen en tekstsoorten
Je kent verschillende tekststructuren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke leesstrategieen ken je?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

leesstrategieen 
Globaal lezen
Intensief lezen
Verkennend lezen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
1
2
3

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend lezen
Bij verkennend lezen bekijk je de tekst om snel te bepalen wat de tekstsoort en het onderwerp van de tekst is. Als je weet wat de tekstsoort en het onderwerp is, kun je voorspellen wat er in de tekst staat.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspel de inhoud van deze tekst

Slide 7 - Tekstslide

Bespreek de tekst kort met het stappenplan: laat de studenten deze openen: opdracht 1 Thema 1 Hoofdstuk 1
Globaal lezen

Als je globaal leest, bedenk je eerst wat je van het onderwerp weet. Je doet dit in je hoofd of op papier. Op papier kun je hiervoor een woordweb gebruiken. Als je van tevoren bedenkt wat je over het onderwerp weet, zul je tijdens het globaal lezen de tekst beter begrijpen.

Daarna lees je de inleiding van de tekst en de eerste en laatste zin van elke alinea. In de inleiding van een tekst kondigt de schrijver het onderwerp van de tekst aan. Ook worden in de inleiding soms aanwijzingen gegeven voor wat er in de tekst wordt behandeld. De eerste en laatste zin van een alinea bevatten vaak de belangrijkste informatie uit die alinea.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een gebruiksaanwijzing?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstsoort heeft als doel overtuigen?
A
advertentie
B
uitnodiging
C
column
D
strip

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Instruerende tekst
Informerende tekst
Overtuigende tekst

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

tekststructuren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tekststructuren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WELKE TEKSTSTRUCTUUR ZAG JE IN DE VORIGE TEKST?
A
VOOR- EN NADELEN
B
STANDPUNT-ARGUMENT
C
VERKLARING
D
BESCHRIJVING

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekststructuur zag je op de vorige dia?

Slide 18 - Open vraag

voor- en nadelen structuur
Let op: hier zijn meerdere antwoorden goed.
Mogelijke antwoorden:
In de inleiding wordt het verschijnsel Facebook geïntroduceerd en in de tweede alinea worden de voordelen van Facebook genoemd.
In de derde alinea van de tekst worden de nadelen van het gebruik van Facebook genoemd.

Geef je mening over deze les!

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies