eczeem en psoriasis

Beschrijf de pathofysiologie van eczeem.
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Beschrijf de pathofysiologie van eczeem.

Slide 1 - Open vraag

zoek een plaatje van eczeem

Slide 2 - Open vraag

Wat past bij ongecompliceerd eczeem?
A
jeuk, meest bij ouderen
B
korstjes, droge huid.
C
kloofjes, witte schilfers
D
roodheid, infectie

Slide 3 - Quizvraag

triggers voor eczeem

Slide 4 - Woordweb

Hoeveel % van alle kinderen hebben eczeem?
A
5 %
B
10 %
C
15 %
D
20%

Slide 5 - Quizvraag

advies bij eczeem

Slide 6 - Woordweb

De eerste stap bij behandeling van eczeem is juist advies en
A
basis crème
B
basis zalf
C
hormoon crème
D
hormoon zalf

Slide 7 - Quizvraag

GEEN
complicatie van eczeem is:
A
depressie
B
infectie
C
slapeloosheid
D
zwemmerseczeem

Slide 8 - Quizvraag

Pathofysiologie van psoriasis bestaat vooral uit:
A
infectie van de opperhuid
B
infectie van de lederhuid
C
te snelle deling hoornlaag
D
ontsteking onderhuids bindweefsel

Slide 9 - Quizvraag

Een kenmerk van psoriasis plekken is:
A
bruinverkleuring huid
B
een onscherpe rand
C
snel geïnfecteerd
D
witte vette schilfers

Slide 10 - Quizvraag

zoek een plaatje van psoriasis

Slide 11 - Open vraag

Psoriasis ontstaat meestal op de leeftijd van:
A
0-5 jaar
B
10-30 jaar
C
40-60 jaar
D
70 en ouder.

Slide 12 - Quizvraag

triggers voor psoriasis

Slide 13 - Woordweb

Beschrijf 3 behandelingen van psoriasis.

Slide 14 - Open vraag

Een complicatie van psoriasis is:
A
eczeem
B
gewrichtsontsteking
C
somberheid
D
diepe wond

Slide 15 - Quizvraag