Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Rijn IJssel
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Leerjaar 3 - N4 - Lezen en luisteren - Les 01
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Het examen Nederlands bestaat uit de volgende onderdelen:
Spreken
Gesprekken
Schrijven
Lezen en luisteren
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Hebben jullie vragen over het examenonderdeel lezen en luisteren?
Slide 6 - Open vraag
Ik wil graag hulp bij lezen en luisteren
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Na een tekst intensief lezen kun je....
A
Het onderwerp van de tekst bepalen.
B
Alle vragen direct maken.
C
De tekst samenvatten
Slide 10 - Quizvraag
Welke tekstonderdelen bekijk je bij verkennend lezen?
A
Titel, tussenkopjes, bron, dikgedrukte/schuingedrukte woorden en plaatjes.
B
Inleiding en eerste zin van elke alinea.
C
Titel, tussenkopjes, bron, plaatjes en inleiding.
D
Titel, inleiding en tussenkopjes.
Slide 11 - Quizvraag
Welke dingen kwam je te weten bij globaal lezen?
A
Het onderwerp
B
Tekstdoel en tekstsoort
C
Inhoud van elke alinea en bron
D
Waar de tekst ongeveer over gaat
Slide 12 - Quizvraag
Je wilt de tekst helemaal begrijpen.
Welke leesmanier gebruik je?
A
Lerend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 13 - Quizvraag
Je leest de reclame van de Intertoys.
Er is hier sprake van …?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Lerend lezen
D
Intensief lezen
Slide 14 - Quizvraag
Bij welk van de onderstaande situaties ga je intensief lezen?
A
Je leest de krant en je wilt een artikel over konijnen vinden.
B
Je maakt een werkstuk over duiven en leest een tekst over duiven.
C
Je leest een tekst en je wilt het onderwerp bepalen.
D
Je maakt het examen en moet de hoofdgedachte van de tekst bepalen.
Slide 15 - Quizvraag
Welke dingen kon je te weten komen bij verkennend lezen?
A
Tekstdoel, tekstsoort, onderwerp.
B
Inhoud van de tekst.
C
Onderwerp en tekstsoort.
D
Tekstdoel, tekstsoort en de inhoud van de tekst.
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Hoewel de Spaanse Costa’s niet meer zo populair zijn als
een aantal jaren geleden, is het in mijn ogen nog steeds
de ideale vakantiebestemming.
Je hebt er altijd zon dus je kunt je regenkleding lekker thuislaten.
De stranden zijn breed en het zeewater heeft een goede temperatuur.
Verder zijn er overal Nederlandse bars te vinden waardoor je ook
zonder Spaans te spreken aan je trekken komt. Bovendien rijden er
vanuit Nederland verschillende busmaatschappijen naar de Costa’s
en deze ritjes zijn helemaal niet duur.
Kortom de Spaanse kust blijft mijn favoriete vakantieoord. Ik ga deze
zomer weer!
Slide 22 - Tekstslide
Van welke tekststructuur is er sprake in de vorige tekst?
Slide 23 - Woordweb
Als je naar de stad wilt gaan, is het probleem dat je dat alleen met de
auto kunt doen.
Er rijden geen bussen en fietsen is te ver.
Een oplossing zou zijn als er kleine busjes zouden gaan rijden.
Slide 24 - Tekstslide
Van welke tekststructuur is er sprake in de vorige tekst?
Slide 25 - Woordweb
Is het wel handig om een griepinjectie te halen?
Het voordeel hiervan is, is dat het gratis is.
Een van de nadelen van de griepinjectie is, is dat
De bacteriën resistent worden en kan zich een
nieuwe variant van de griep vormen.
Gezien de nadelen is het voor mijn niet handig om
een griepinjectie te halen.
Slide 26 - Tekstslide
Van welke tekststructuur is er sprake in de vorige tekst?
Slide 27 - Woordweb
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Hoe voel je je na deze les?
A
B
C
D
Slide 30 - Quizvraag