ROC Mondriaan

D1 SV H1 Lezen, luisteren en kijken

Lezen, 
Luisteren en kijken SV H1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen, 
Luisteren en kijken SV H1

Slide 1 - Tekstslide

Programma


  • Kort herhalen theorie Lezen, 
luisteren en kijken H1
  • Oefentoets maken

Slide 2 - Tekstslide

Lezen, 
Luisteren en kijken SV H1

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 1.1

Slide 4 - Tekstslide

Waar ging les 1 over?
A
Verkennen van een lees- en luisterteksten
B
Beheersen van kinderliedjes
C
Lezen van luister- en leesboeken
D
Leren over lezen van luisterteksten en -boeken

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling 1.2

Slide 9 - Tekstslide

Waar ging les 2 over?
A
Voorlezen van een lees- en luisterteksten.
B
Het doel en de hoofdgedachte van een tekst.
C
De gedachten in het hoofd en de tekst van het doel.
D
Leren over lezen van luisterteksten en -boeken.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De hoofdgedachte is
de kortst mogelijke
samenvatting van een tekst.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 14 - Quizvraag

Waar kun je de hoofdgedachte en het onderwerp vaak vinden?
A
In de titel en het slot (het staat er niet altijd letterlijk in).
B
In de inleiding en het middenstuk (het staat er niet altijd letterlijk in).
C
In de titel en de inleiding (het staat er niet altijd letterlijk in).
D
In het middenstuk en slot (het staat er niet altijd letterlijk in).

Slide 15 - Quizvraag

Welke zes tekstdoelen behoor je te kennen?
A
Informeren, insinueren, beloven, activisme, behoren, amuses.
B
Informeren, instrueren, betogen, activeren, beschouwen, amuseren.
C
Informeren, instrueren, belogen, activiteiten, beschimpen, amuseren.
D
Informeren, instrueren, betogen, activeren, behandelen, amuseren.

Slide 16 - Quizvraag

HERHALING 1.3

Slide 17 - Tekstslide

Waar ging les 3 over?
A
inschatten of een tekstdoel betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de hoofdgedachte is.
B
Het verkennen van het doel en de hoofdgedachte van een tekst en het kunnen fluiten en zingen van luisterteksten.
C
Inschatten of een tekst betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de informatie is.
D
Leren over lezen van luisterteksten en -boeken en het bepalen hoe je informatie

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Herhaling 1.4

Slide 20 - Tekstslide

Waar ging les 4 over?
A
Het herkennen van de opbouw van een taal, zodat je snel je weg in een boek kunt vinden en je de structuur beter begrijpt.
B
Het verkennen van het doel en de hoofdgedachte van een tekst en het kunnen fluiten en zingen van luisterteksten.
C
Inschatten of een verhaal betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de bron is.
D
Het herkennen van de opbouw (structuur) van een tekst, zodat je snel je weg in een tekst kunt vinden en je de tekst beter begrijpt.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

  ZIE BLADZIJDE 334 VAN JE DIGITALE BOEK. 

Slide 23 - Tekstslide

Herhaling 1.5

Slide 24 - Tekstslide

Waar ging les 5 over?
A
Het herkennen van feiten, meningen en argumenten in een tekst en het kunnen boordelen van de kwaliteit van argumenten en redeneringen.
B
Het verkennen van het doel en de hoofdgedachte van een tekst en het kunnen fluiten en zingen van fluisterteksten.
C
Inschatten of een verhaal betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de bron is en je de kwaliteit van meningen kunt bepalen.
D
Het herkennen van de opbouw van een kleed, zodat je snel je weg kunt vinden en je de structuur beter begrijpt.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

3 VRAGEN

Slide 28 - Tekstslide

Iedereen moet op zijn werk kunnen sporten.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 29 - Quizvraag

Sporten is immers gezond.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 30 - Quizvraag

Anatidaefobie is een vorm van fobie waarbij iemand een intense angst heeft voor eenden.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 31 - Quizvraag

Herhaling 1.6

Slide 32 - Tekstslide

Waar ging les 6 over?
A
Aantekeningen maken
B
Brieven schrijven
C
Verslagen maken
D
Teksten lezen

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Lezen, luisteren, kijken H1

MAAK ALLE OPDRACHTEN DIE JE NOG NIET GEMAAKT HEBT!

VOLGENDE LES OEFENTOETS

Slide 36 - Tekstslide

Lezen, luisteren, kijken H1

MAAK NU DE OEFENTOETS IN NU NEDERLANDS - VRIJDAG: TOETS

Als je klaar bent dan mag je naar het leerplein of je blijft in de klas en dan doe je stil iets voor jezelf. 

De onderdelen die minder gaan, kun je oefenen door de extra opdrachten te maken. 

Slide 37 - Tekstslide