Eigenschappen
1 / 29
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn competenties?
A
ik wil...
B
ik weet...
C
ik kan...
D
ik ben...
Slide 2 - Quizvraag
Wat is kennis?
A
ik wil...
B
ik weet...
C
ik kan...
D
ik ben...
Slide 3 - Quizvraag
Wat is motivatie?
A
ik wil...
B
ik weet...
C
ik kan...
D
ik ben...
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn eigenschappen?
A
ik wil...
B
ik weet...
C
ik kan...
D
ik ben...
Slide 5 - Quizvraag
Ik ben niet graag alleen.
Ik kan goed praten met mensen.
Ik kan goed praten met mensen.
A
flexibel
B
sociaal
C
behulpzaam
D
creatief
Slide 6 - Quizvraag
Ik help graag mensen.
A
flexibel
B
sociaal
C
behulpzaam
D
creatief
Slide 7 - Quizvraag
Ik kom niet te laat.
Ik kom 5 minuten te vroeg naar een afspraak.
A
stipt
B
sociaal
C
behulpzaam
D
eerlijk
Slide 8 - Quizvraag
Ik ben altijd blij en energiek.
A
flexibel
B
positief
C
geduldig
D
eerlijk
Slide 9 - Quizvraag
Als mijn collega ziek is kom ik werken.
Ik wil op een andere dag of een ander adres werken. Geen probleem.
Ik wil soms overuren doen.
A
flexibel
B
positief
C
geduldig
D
eerlijk
Slide 10 - Quizvraag
Ik lieg niet. .
Ik ben niet ordelijk.
Ik ben niet proper.
A
slordig
B
eerlijk
C
flexibel
D
handig
Slide 11 - Quizvraag
Als mijn collega ziek is kom ik werken.
Ik blijf rustig als iets lang duurt.
Ik wil iets meer dan 1x zeggen aan een collega. Ik kan goed wachten.
A
flexibel
B
positief
C
geduldig
D
eerlijk
Slide 12 - Quizvraag
Als mijn collega ziek is kom ik werken.
Ik heb respect voor mensen.
Ik zeg altijd “hallo”, “alstublieft”, “dank u wel”.
A
ordelijk
B
rustig
C
gemotiveerd
D
beleefd
Slide 13 - Quizvraag
Als mijn collega ziek is kom ik werken.
Als iets kapot is kan ik het zelf repareren.
Ik kan mijn kapotte fiets maken.
A
beleefd
B
gemotiveerd
C
handig
D
geduldig
Slide 14 - Quizvraag
Als mijn collega ziek is kom ik werken.
Ik praat niet graag met andere mensen.
Ik word snel rood in mijn gezicht.
A
sociaal
B
verlegen
C
eerlijk
D
behulpzaam
Slide 15 - Quizvraag
Als mijn collega ziek is kom ik werken.
Ik ben niet ordelijk.
Ik ben niet proper.
A
ordelijk
B
sociaal
C
geduldig
D
slordig
Slide 16 - Quizvraag
Ik ben niet snel boos. Ik heb niet veel stress.
Ik ben niet ordelijk.
Ik ben niet proper.
A
handig
B
rustig
C
beleefd
D
slordig
Slide 17 - Quizvraag
Welke eigenschap zie je?
A
behulpzaam
B
direct
C
hygiënisch
D
flexibel
Slide 18 - Quizvraag
Welke eigenschap zie je?
A
nauwkeurig
B
stressbestendig
C
sociaal
D
kalm
Slide 19 - Quizvraag
Welke eigenschap zie je?
A
flexibel
B
direct
C
behulpzaam
D
nauwkeurig
Slide 20 - Quizvraag
Deze persoon is
A
ordelijk
B
slordig
C
handig
D
vriendelijk
Slide 21 - Quizvraag
Welke eigenschap zie je?
A
creatief
B
betrouwbaar
C
technisch
D
sociaal
Slide 22 - Quizvraag
Een hand geven bij een begroeting is ...
A
onvriendelijk
B
handig
C
beleefd
D
slordig
Slide 23 - Quizvraag
Dit meisje is ...
A
sociaal
B
verlegen
C
onvriendelijk
D
ordelijk
Slide 24 - Quizvraag
Deze man heeft zin om te gaan werken.
Hij is ...
Hij is ...
A
gemotiveerd
B
flexibel
C
eerlijk
D
eerlijk
Slide 25 - Quizvraag
Het bureau van Kaat is heel ...
A
slordig
B
eerlijk
C
verlegen
D
ordelijk
Slide 26 - Quizvraag
Iemand die andere personen helpt is ...
A
handig
B
ordelijk
C
behulpzaam
D
flexibel
Slide 27 - Quizvraag
Sleep de eigenschappen naar het juiste vakje
Goede eigenschappen van een werknemer
Slechte eigenschappen van een werknemer
geduldig
ongeduldig
stipt
agressief
Aandacht voor de gast
behulpzaam
beleefd
onzorgvuldig
slordig
Slide 28 - Sleepvraag
En jij? Wat zijn jouw positieve eigenschappen? Schrijf er 3 op!