Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
ROC Mondriaan
‹
Terug naar zoeken
Meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
Onderwerp
= Wie?
Gezegde
= Alle werkwoorden
Lijdend voorwerp
= Wat/wie + gezegde + onderwerp
Meewerkend voorwerp
= Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
Zij geeft hem een envelop
Ik geef de kinderen een snoepje
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
Onderwerp
= Wie?
Gezegde
= Alle werkwoorden
Lijdend voorwerp
= Wat/wie + gezegde + onderwerp
Meewerkend voorwerp
= Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
Zij geeft hem een envelop
Ik geef de kinderen een snoepje
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp (LV) in de zin:
Mag ik u een kopje koffie aanbieden?
Slide 2 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:
Mag ik u een kopje koffie aanbieden?
Slide 3 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp (LV) in de zin:
Het verlegen jongetje gaf ik een schouderklopje.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:
Het verlegen jongetje gaf ik een schouderklopje.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Sophie doet jou de groeten
A
Geen lijdend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Sophie doet jou de groeten
A
Geen meewerkend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten
Slide 7 - Quizvraag
Maak een zin met 'de vis' als lijdend voorwerp.
Slide 8 - Open vraag
Maak een zin met 'de vis' als meewerkend voorwerp.
Slide 9 - Open vraag
Noteer het meewerkend voorwerp.
Zal ik een kopje koffie voor je zetten?
Slide 10 - Open vraag
Het meewerkend voorwerp is:
De ober heeft eindelijk een glas cola voor Meindert ingeschonken.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Hij geeft zijn zus een knuffel.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Hij geeft zijn zus een knuffel.
Slide 13 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
De politieagent gaf de foutparkeerder een flinke boete.
Slide 14 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
De politieagent gaf de foutparkeerder een flinke boete.
Slide 15 - Open vraag
De lerares geeft alle leerlingen een toets.
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
gezegde
Slide 16 - Sleepvraag
Zoë en stan slaan de boom met een stok
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
gezegde
Slide 17 - Sleepvraag
De meester moet haar de taalles uitleggen
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
gezegde
Slide 18 - Sleepvraag