ROC Mondriaan
‹Terug naar zoeken

TKV woensdag 24 april 2024

Woensdag 24 april 2024
TKV
1 / 85
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 85 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woensdag 24 april 2024
TKV

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat vorige week: welk dier is het?!

Slide 2 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?

1. Wat hebben we vorige week gedaan + huiswerk

2. Kijk- en luisteropdracht

even pauze

5. Nakijken kijk- en luisteropdracht

6. Nakijken Beeldendictee dieren 2

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een voorzetsel?

Slide 5 - Tekstslide

Welke soorten voorzetsels zijn er?

Slide 6 - Tekstslide

Vaste combinaties: werkwoord + voorzetsel

Slide 7 - Tekstslide

...heel even pauze

Slide 8 - Tekstslide

NED
Beeldendictee Dieren 2

Slide 9 - Tekstslide

 1. 

Slide 10 - Tekstslide

 2. 

Slide 11 - Tekstslide

 3. 

Slide 12 - Tekstslide

 4. 

Slide 13 - Tekstslide

 5. 

Slide 14 - Tekstslide

 6. 

Slide 15 - Tekstslide

 7. 

Slide 16 - Tekstslide

 8. 

Slide 17 - Tekstslide

 9. 

Slide 18 - Tekstslide

 10. 

Slide 19 - Tekstslide

 11.

Slide 20 - Tekstslide

 12. 

Slide 21 - Tekstslide

 13. 

Slide 22 - Tekstslide

 14. 

Slide 23 - Tekstslide

 15. 

Slide 24 - Tekstslide

 16. 

Slide 25 - Tekstslide

 17. 

Slide 26 - Tekstslide

 18. 

Slide 27 - Tekstslide

 19. 

Slide 28 - Tekstslide

 20. 

Slide 29 - Tekstslide

 21. 

Slide 30 - Tekstslide

 22. 

Slide 31 - Tekstslide

 23. 

Slide 32 - Tekstslide

 24. 

Slide 33 - Tekstslide

 25. 

Slide 34 - Tekstslide

 1. 

Slide 35 - Tekstslide

 1. de muis

Slide 36 - Tekstslide

 2. 

Slide 37 - Tekstslide

 2. de eend

Slide 38 - Tekstslide

 3. 

Slide 39 - Tekstslide

 3. de leeuw

Slide 40 - Tekstslide

 4. 

Slide 41 - Tekstslide

 4. de ezel

Slide 42 - Tekstslide

 5. 

Slide 43 - Tekstslide

 5. de slang

Slide 44 - Tekstslide

 6. 

Slide 45 - Tekstslide

 6. de goudvis

Slide 46 - Tekstslide

 7. 

Slide 47 - Tekstslide

 7. de pauw

Slide 48 - Tekstslide

 8. 

Slide 49 - Tekstslide

 8. de uil

Slide 50 - Tekstslide

 9. 

Slide 51 - Tekstslide

 9. de spin

Slide 52 - Tekstslide

 10. 

Slide 53 - Tekstslide

 10. het kuiken

Slide 54 - Tekstslide

 11.

Slide 55 - Tekstslide

 11. de egel

Slide 56 - Tekstslide

 12. 

Slide 57 - Tekstslide

 12. de meeuw

Slide 58 - Tekstslide

 13. 

Slide 59 - Tekstslide

 13. de struisvogel 

Slide 60 - Tekstslide

 14. 

Slide 61 - Tekstslide

 14. de koe

Slide 62 - Tekstslide

 15. 

Slide 63 - Tekstslide

 15. de papegaai

Slide 64 - Tekstslide

 16. 

Slide 65 - Tekstslide

 16. de kameel

Slide 66 - Tekstslide

 17. 

Slide 67 - Tekstslide

 17. het hert

Slide 68 - Tekstslide

 18. 

Slide 69 - Tekstslide

 18. de eekhoorn

Slide 70 - Tekstslide

 19. 

Slide 71 - Tekstslide

 19. de vos

Slide 72 - Tekstslide

 20. 

Slide 73 - Tekstslide

 20. de reiger

Slide 74 - Tekstslide

 21. 

Slide 75 - Tekstslide

 21. de orka

Slide 76 - Tekstslide

 22. 

Slide 77 - Tekstslide

 22. de vleermuis

Slide 78 - Tekstslide

 23. 

Slide 79 - Tekstslide

 23. de ooievaar

Slide 80 - Tekstslide

 24. 

Slide 81 - Tekstslide

 24. de geit

Slide 82 - Tekstslide

 25. 

Slide 83 - Tekstslide

 25. de zeehond

Slide 84 - Tekstslide

met
tegen
voor
onder
naast
tussen
om
via
naar
tot
sinds
Schrijf een heel kort verhaaltje over het dier dat je hebt gekozen.
Je moet verschillende voorzetsels gebruiken. Minimaal 5. 


bij
over
aan
in
over
op 
achter
van
door
na
tijdens


Slide 85 - Tekstslide