ROC Mondriaan

2. Opdrachten N2 - Domein 2 - Oriëntatie in de twee- driedimensionale wereld

Ruimtelijke figuren
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ruimtelijke figuren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel cirkels zie je?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek
omtrek = lengte + breedte + lengte + breedte
in meter 
Wat is de omtrek van het stukje weiland? 
lengte = 5 m
breedte = 3 m

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte
oppervlakte = lengte x breedte
in vierkante meter (m²)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen N2 - Domein 2 - Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We maken samen deze opdrachten. Gebruik een  rekenkaart en je rekenmachine. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sam fietst 100 km, hij heeft 1/2 deel van de route al afgelegd. Hoeveel kilometer moet Sam nog?
A
20
B
60
C
50
D
80

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk ruimtelijk figuur is dit?
A
balk
B
bol
C
cilinder
D
kegel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk ruimtelijk figuur?


A
kegel
B
cilinder
C
bol
D
piramide

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van
dit ruimtelijke figuur?
A
cilinder
B
balk
C
prisma
D
piramide

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet hier een plattegrond. Een bed is twee meter lang. Hoe lang is het aanrecht?
A
Meer dan twee meter
B
Drie meter
C
Minder dan twee meter
D
Anderhalve meter

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 13 - Open vraag

Op de kaart staat het noorden aangegeven.
Denk hier de hele windroos bij:

Je ziet dat Strasbourg ten oosten van Paris ligt.

Sven volgt de routebeschrijving vanaf de bushalte.
De bushalte is in de Junistraat.

1. Vertrek in zuidoostelijke richting.
2. Neem de eerste straat rechts.
3. Neem de tweede straat links.
4. Ga aan het einde van de weg rechtsaf.

In welke straat is Sven nu?
A
In de Zomerstraat
B
In de Oktoberstraat
C
In de Novemberstraat
D
In de Herfststraat

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je de plattegrond van een klein gebouw.
Het gebouw is 4 meter bij 6 meter.
Bereken de oppervlakte van kamer 3 in m².

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk vakje ligt het vliegveld van Curaçao?
A
D5
B
C4
C
A1
D
C3

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Judith rijdt de kortste route van punt A naar punt D. Hoe rijdt zij?
A
via punt B en punt C
B
via punt H
C
via punt H en punt C
D
via punt I en H

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel km rijdt Judith van A naar D?
A
11
B
29
C
30
D
22

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je loopt van huisje 10 naar het zwembad in welke richting?

A
Noordelijke richting
B
Zuidelijke richting
C
Westelijke richting
D
Oostelijke richting

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 liter
10 liter
7,5 milliliter
7,2 liter

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eenheid van lengte past het beste bij de afbeelding.
km
m
cm
mm

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de oppervlakte?
A
Lengte x Breedte
B
Lengte x breedte x hoogte
C
Breedte x Lengte
D
geen idee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte
de eenheid is meter
5
5
5 x 5 = 25 m2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ezelsbruggetje.

Slide 26 - Tekstslide

Kan = Kilometer (km)
Het = Hectometer (hm)
Dametje = Decameter (dam)
Met = Meter (m)
De = Decimeter (dm)
Centimeter = Centimeter (cm)
Meten = Millimeter (mm)
De omtrek is ......... ?
A
30
B
24
C
26
D
geen idee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de
oppervlakte?
Wat is de som?
A
35 m2
B
300 m2
C
60 m2
D
70 m2

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De oppervlakte in
meter is ..... ?
A
4 m²
B
8 m²
C
16 m²
D
16 vierkante meter

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Janneke heeft een stadstuintje. Haar tuintje is 4 meter breed en 5 meter lang. Ze wil om haar tuintje graag een hek zetten, dus moet ze de omtrek berekenen.

Wat is de omtrek van haar tuintje?
A
9,5 meter
B
18 meter
C
20 meter
D
22,5 meter

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EINDE

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies