ROC Mondriaan

Woordenschat thema 4

thema 4
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

thema 4

Slide 1 - Tekstslide

De vader van je moeder is je...?
A
oom
B
oma
C
opa
D
neef

Slide 2 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 3 - Open vraag

De vader van je vrouw is je...?
A
oom
B
schoonmoeder
C
tante
D
schoonvader

Slide 4 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 5 - Open vraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 6 - Open vraag

De broer van je vader is je...?
A
oom
B
schoonmoeder
C
tante
D
schoonvader

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van positief?

Slide 8 - Open vraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 9 - Open vraag

De kinderen hebben.....

Slide 10 - Open vraag

Als je niet getrouwd bent dan ben je................

Slide 11 - Open vraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 12 - Open vraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 13 - Open vraag

De zus van je vader is je...?
A
oom
B
schoonmoeder
C
tante
D
schoonvader

Slide 14 - Quizvraag

Zij is afgevallen, ze is nu.......

Slide 15 - Open vraag

Tegenovergestelde van iemand is....

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Wie is nr?

Slide 18 - Tekstslide

Iemand die veel grapjes maakt heeft veel....

Slide 19 - Open vraag

De man van je zus is je......?

Slide 20 - Open vraag

Als je veel problemen hebt dan heb je veel.....?

Slide 21 - Open vraag

Is de zin goed of fout?

 

Omdat Diana nog geen achttien is, mag ze niet autorijden.

Omdat het vakantie is, de bibliotheek is gesloten.
goed
fout
Sinds mijn moeder ziek is, mijn vader doet de boodschappen.
goed
fout
Sinds ik een nieuwe bril heb, kan ik kleine letters beter lezen.
goed
fout

Slide 22 - Tekstslide

Zet de woorden in de goede volgorde.

wordt hij/in de auto/als/vaak/hij/misselijk/zit

Slide 23 - Open vraag

Jan/last van zijn maag/omdat/ging hij naar de dokter/kreeg

Slide 24 - Open vraag

zal ik je iets leuks vertellen/ ik/zie/als/ je

Slide 25 - Open vraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 26 - Open vraag

De moeder van je moeder is je...?
A
oom
B
oma
C
tante
D
opa

Slide 27 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?

Slide 28 - Open vraag

De moeder van je vrouw is je...?
A
oom
B
schoonmoeder
C
tante
D
schoonvader

Slide 29 - Quizvraag

De zoon van je oom is je...?
A
nicht
B
tante
C
neef
D
oom

Slide 30 - Quizvraag

De dochter van je oom is je...?
A
nicht
B
tante
C
neef
D
oom

Slide 31 - Quizvraag