Noem 3 dingen die je gisteren gedaan hebt.
Kies 1 activiteit waarover je meer informatie wil geven.
Schrijf deze 6 zinnen op.
zin 1:start in perfectum (informerende functie)
2,3 ,4 en 5: imperfectum (beschrijvende functie)
zin 6: afsluiting in perfectum