ROC Mondriaan

Landelijke Politie met antwoorden

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bronnen
Maak gebruik van hoofdstuk 2 onderdeel 3.1 - 3.4 van je boek bij het maken van de vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
De kandidaat kan;
- in hoofdlijnen omschrijven hoe samenwerking met de politie is ingericht en georganiseerd;
- het begrip ambtenaar van politie omschrijven;
- de taak van de politie benoemen;
- de organisatie van de politie omschrijven;


Slide 4 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een specialistische of landelijke politie taak:

Slide 5 - Tekstslide

Arrestatieteam. Waterpolitie, Landelijke recherche, Luchtvaartpolitie enz

Slide 6 - Tekstslide

Wat doet men op het politiediensten centrum?

Slide 7 - Tekstslide

Ze dragen bij aan het ondersteunen van de bedrijfsvoering.

Slide 8 - Tekstslide

De Politie-organisatie
  • De nationale Korpschef is belast met de leiding en het beheer van de Politie
  • De regionale politiechef is het hoofd van de regionale eenheid.

Slide 9 - Tekstslide

Henk van Essen
Nationale korpschef
Karin Krukkert
Eenheid-politiechef Den Haag

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de taak van de landelijke politiechef?

Slide 11 - Tekstslide

Hij staat aan het hoofd van de een landelijke eenheid.

Slide 12 - Tekstslide

De regionale politiechef is belast met de leiding en het beheer van de politie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat wordt er verstaan onder een ambtenaar van de politie?

Slide 14 - Tekstslide

Iedereen die bij de politie werkt en in dienst is van de politie.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de taak van de politie en waar staat dat?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met "ondergeschiktheid
aan het bevoegd gezag"?

Slide 20 - Tekstslide

Dat de politie niet zelf mag bepalen wat ze willen doen. Dit wordt gedaan door het bevoegde gezag. Dat kan bijvoorbeeld een burgemeester zijn die aangeeft waar de politie op moet inzetten.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat wordt er bedoelt met "Overeenstemming met de geldende rechtsregels"?

Slide 23 - Tekstslide

Dat de politie zich aan de wet moet houden.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat wordt er bedoelt met "daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde"?

Slide 26 - Tekstslide

Dat de politie moet zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt en dat zij zo nodig hiervoor geweld mogen gebruiken.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat wordt er bedoelt met "het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven"?

Slide 29 - Tekstslide

Dat de politie hulp moet verlenen in iemand dat daadwerkelijk nodig heeft.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wie heeft het gezag over de Politie bij het handhaven van de openbare orde?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Wie heeft het gezag over de politie wanneer zij strafrechtelijk optreden?

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide