ROC Mondriaan

1. Organisatieniveaus in de Biologie (4A Th1 Bs1&2)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noemen we deze biologische organisatieniveaus?
Celorganel
Cel
Molecuul
Weefsel
Orgaan

Slide 6 - Sleepvraag

Zet de volgende organisatieniveaus van groot naar klein.

orgaan - populatie - orgaanstelsel - weefsel - organisme - cel - organel - biosfeer - levensgemeenschap - ecosysteem

Slide 7 - Open vraag

Koppel de juiste organisatieniveaus aan de voorbeelden.
Molecuul
Organel
Cel
Weefsel
Mitochondriën
Vetcel
Spierweefsel
ATP
Vet

Slide 8 - Sleepvraag

Welke organisatieniveaus zie je in de afbeelding?

Slide 9 - Open vraag

Hiernaast zie je een orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 10 - Quizvraag

het skelet is geen orgaanstelsel
A
niet waar
B
waar

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit dat het moeilijker is een compleet orgaan dan één type weefsel te kweken.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het verschil tussen de volgende organisatieniveaus: populatie, levensgemeenschap en ecosysteem?

Slide 13 - Open vraag

"Het aantal grote grazers wordt verminderd in de oostvaarderplassen, zodat er het hele jaar rond voldoende gras en struiken aanwezig zijn voor alle grazers. In de winter bepaalt de dikte van een dier of bijvoeren nodig is." Benoem de genoemde organisatieniveaus

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Van welk niveau is biodiversiteit een emergente eigenschap?
A
Organisme
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 17 - Quizvraag

De eigenschap leven is een emergente eigenschap van het organisatieniveau cel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De invloed van predatie op populatiegrootte van een haas is een emergente eigenschap van een ...
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 19 - Quizvraag

Op welk organisatieniveau is ongeslachtelijke voortplanting een emergente eigenschap?
Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag

Op welk organisatieniveau is geslachtelijke voortplanting een emergente eigenschap?
Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag