Elke leerling krijgt een kaartje met daarop een woord. Bijvoorbeeld: Tjaffelen
- Opdracht: je zoekt in een (online) woordenboek op wat het woord betekent (in dit geval: strompelen)
- en je verzint zelf een betekenis (bijvoorbeeld: Fries voor schoffelen)
- De ene betekenis zet je onder 'staan' de andere onder 'zitten' (zet een streepje om de goede betekenis)
Lever je kaartje in en dan spelen we het spel klassikaal