ROC Mondriaan
‹Terug naar zoeken

THEMA 2 VAN START

Welke zin is FOUT?
A
Hij kan niet zwemmen.
B
Hij heeft geen diploma.
C
Ze kunnen niet zwemmen.
D
Hij zwemt niet kan.
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke zin is FOUT?
A
Hij kan niet zwemmen.
B
Hij heeft geen diploma.
C
Ze kunnen niet zwemmen.
D
Hij zwemt niet kan.

Slide 1 - Quizvraag

Op school ......... je niet roken !!
A
mag
B
willen
C
mogen
D
kan

Slide 2 - Quizvraag

Ik wil een jas................
A
koopt
B
kopen
C
koop
D
betaal

Slide 3 - Quizvraag

.............we naar de stad gaan?
A
Weten
B
Helpen
C
Lopen
D
Zullen

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is fout?
A
Ik vind is niet lekker.
B
Dat vind ik niet lekker.
C
Ik vind dat lekker.
D
Dat is niet lekker.

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is FOUT ?
A
Ik kan niet komen.
B
Morgen kom ik niet.
C
Ik niet kom morgen..
D
Ze komt niet.

Slide 6 - Quizvraag

Zullen we afspreken?
A
Nee, we kan niet.
B
Sorry, ik heb geen tijd.
C
Nee, ik geen zin.
D
Sorry, maar kan niet.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is FOUT ?
A
Hij werkt niet op zondag.
B
Hij niet werkt.
C
Zondag werkt hij niet.
D
Dan werkt hij niet.

Slide 8 - Quizvraag

Hebt u een baan?
A
Nee, ik geen baan.
B
Nee, ik geen baan heb.
C
Nee, ik werk niet.
D
Nee, ik niet werk.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is FOUT ?
A
Ik heb geen fiets.
B
ik kan niet fietsen.
C
Ik fiets niet.
D
ik ken niet fietsen.

Slide 10 - Quizvraag

Spreek je Turks?
A
Nee, ik spreek niet Turks.
B
Ja, ik spreek niet.
C
Ja, ik wel spreek.
D
Nee, ik spreek geen Turks.

Slide 11 - Quizvraag

Welke zin is FOUT?
A
Ik vind de les is leuk.
B
De les is leuk.
C
Ik vind de les leuk.
D
De les is echt leuk !!

Slide 12 - Quizvraag