Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
ROC Mondriaan
‹
Terug naar zoeken
Quiz examen Schrijven
Nederlands schrijven examen
Quiz
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands schrijven examen
Quiz
Slide 1 - Tekstslide
Pak je telefoon om mee te doen
Slide 2 - Tekstslide
Interpunctie en hoofdletters
Slide 3 - Tekstslide
Als jouw teckel mijn teckel tackelt tackelt mijn teckel jouw teckel terug.
A
Deze zin klopt
B
Er hoort een komma tussen 'tackelt' en 'tackelt'
Slide 4 - Quizvraag
De belgen vonden het niet plezant dat Antwerpen werd overspoeld door winkelende nederlanders.
A
is juist geschreven
B
... Belgen...nederlanders
C
...Belgen ... Nederlanders
D
...belgen ... Nederlanders
Slide 5 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Hij is dol op edammer kaas.
B
Hij is dol op Edammer kaas.
Slide 6 - Quizvraag
toen de lockdown ten einde was gingen zij stappen in amsterdam.
A
Er ontbreken 2 hoofdletters
B
Er ontbreekt 1 hoofdletter
C
Er ontbreken 3 hoofdletters.
D
Er ontbreken 2 hoofdletters en een komma
Slide 7 - Quizvraag
- geografische namen
- begin zin
- komma tussen twee persoonsvormen
T
oen de lockdown ten einde was
,
gingen zij stappen in
A
msterdam.
Slide 8 - Tekstslide
55-plussers krijgen voorrang.
A
is juist
B
moet zijn: "55-Plussers ..."
Slide 9 - Quizvraag
33 keer liep ik de trap op en neer.
A
moet zijn: "33 Keer..."
B
is juist
Slide 10 - Quizvraag
Uitleg: bij een cijfer aan het begin van de zin geen hoofdletter.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Hij liep richting het Westen
B
Wij zijn West-Friezen.
C
De drie wijzen kwamen uit het Oosten.
D
Op de noordpool is het best koud.
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer hoofdletter?
Windrichting een kleine letter, bijvoorbeeld
"het westen".
Windrichting in een geografische naam een hoofdletter:
"Amsterdam-Zuid" "de Zuidpool"
Slide 13 - Tekstslide
Brief schrijven
Slide 14 - Tekstslide
Wat is juist als datumaanduiding in een brief?
A
Beverwijk, 3 oktober 2023.
B
Beverwijk, 3-10-2023
C
Beverwijk, 3 oktober 2023
D
Beverwijk 3 oktober 2023
Slide 15 - Quizvraag
Wat is juist als briefaanhef?
A
Geachte mevrouw De Vries,
B
Geachte Mevrouw De Vries,
C
geachte mevrouw de Vries,
D
Geachte mevrouw de Vries,
Slide 16 - Quizvraag
Beverwijk, 3 oktober 2023
stad met hoofdletter
daarna een komma
dag en jaar in cijfers, maar de maand in letters
geen komma achter de datumaanduiding
Slide 17 - Tekstslide
In de inleiding van een brief staat...
A
wat je verwacht van de geadresseerde
B
een opsomming van de belangrijke feiten
C
kort en bondig wat reden en onderwerp van de brief zijn
D
wie je bent
Slide 18 - Quizvraag
Met witregels scheid je alinea's.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Elke alinea van een brief gaat over een deelonderwerp.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
In de slotalinea van een brief staat:
A
een herhaling van de feiten
B
wie je bent en waar je woont
C
wat je verwacht van de geadresseerde
D
een PS
Slide 21 - Quizvraag
tip:
als je examen/toetsopdracht
is dat je moet
overtuigen,
oftewel een betoog moet schrijven:
kies dan een
duidelijk standpunt
Dus:
WEL DOEN:
"Tabakverkoop in de supermarkt zou verboden moeten worden."
NIET DOEN:
"Tabaksverkoop in de supermarkt heeft enkele nadelen."
Slide 22 - Tekstslide
tip:
als je examen/toetsopdracht
is dat je moet
overtuigen,
oftewel een betoog moet schrijven:
kies dan een
duidelijk standpunt
Dit gaat vaak fout in de artikelen die we hebben nagekeken
namelijk:
Als je standpunt niet duidelijk is, loop je het risico dat je betoog onbedoeld een beschouwing wordt.
Dus ga voor zwart of voor wit.
Voor ja of voor nee.
Slide 23 - Tekstslide
witregels!!!
niet vergeten
Slide 24 - Tekstslide
Succes!
Slide 25 - Tekstslide