ROC Mondriaan

quiz handhygiene

Even terugkijken op vorige week
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Even terugkijken op vorige week

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is handhygiëne belangrijk?
A
Omdat dan alle ziektekiemen gedood worden.
B
Omdat je afweersysteem hierdoor beter werkt.
C
Omdat je handen pas echt schoon zijn als je handalcohol hebt gebruikt.
D
Omdat ziektekiemen dan minder kans krijgen om zich te verspreiden.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is geen vorm van handhygiëne?
A
Handen reinigen
B
Handen wrijven
C
Handen desinfecteren
D
Handen verzorgen

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer moet je handhygiëne uitvoeren (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Na binnenkomst bij de cliënt, in de kamer waar je zorg gaat verlenen
B
Voordat je het huis/kamer van de cliënt verlaat
C
Na binnenkomst bij de cliënt, meteen na de voordeur
D
Voor een schone handeling en na een vuile handeling

Slide 4 - Quizvraag

Welk antwoord behoord tot 1 van de 5 momenten van handhygiëne
A
Na begroeting van collega
B
Na aanraken van je uniform
C
Na aanraking patientenomgeving
D
Na rapporteren

Slide 5 - Quizvraag

Handhygiëne pas ik toe...
A
Voor de handeling
B
Tijdens de handeling
C
Na de handeling
D
Voor en na de handeling

Slide 6 - Quizvraag

Voor dat ik een bloeddruk ga meten bij een patiënt pas ik handhygiëne toe.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waarom pas je handhygiëne toe na het verzorgen van een zorgvrager?
A
Dat doe je niet
B
Om kruisbesmetting te voorkomen
C
Om je handen op te warmen
D
Voor je eigen weerstand

Slide 8 - Quizvraag

Handhygiëne: Wat zijn de juiste momenten voor handen wassen?
A
Vóór en ná aanraking van de cliënt
B
Ná uittrekken van handschoenen
C
Ná blootstelling aan lichaamsvloeistoffen
D
Ná aanraking patiëntomgeving

Slide 9 - Quizvraag

Een kruisinfectie bij een zorgvrager kan door een zorgverlener worden overgedragen
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Door indirect contact kan kruisbesmetting (kruisinfectie) ontstaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Je kunt ervoor kiezen om in plaats van handhygiëne handschoenen aan te doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag