ROC Mondriaan

Les 3 Puber

Ontwikkelingspsychologie
Les 3 / periode 3 / leerjaar 1 / Puber
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie
Les 3 / periode 3 / leerjaar 1 / Puber

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag
  • Terugblik vorige week
  • Theorie vandaag; sociaal en emotionele ontwikkeling
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Je kunt samenvatten hoe de puber op sociaal gebied ontwikkelt.
  • Je kunt samenvatten hoe de puber op emotioneel gebied ontwikkelt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensboek periode 4 inleveren!
De opdracht voor periode 3: - Verantwoord of jij een puber of een adolescent bent aan de hand van de theorie die je hebt gekregen - Kies een klasgenoot uit en stel een interview op met 5 vragen waarin je gaat uitzoeken of jouw klasgenoot een puber of een adolescent is. - Verantwoord aan de hand van je interview of jouw klasgenoot een puber of een adolescent is. - Kijk eens naar je eigen identiteitsontwikkeling. Welke identiteiten heb jij in welke groepen (school, vriendengroep, thuissituatie) en waar zit het verschil?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lichaam van de puber verandert onder door de invloed van?
A
Voeding
B
Hormonen
C
Groeispurt
D
Seksuele rijping

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pubers kunnen nadenken over onderwerpen zoals oorlog, klimaatcrisis, discriminatie, goed en kwaad. Dit is een voorbeeld van?
A
Abstract denken
B
Kritisch denken
C
Egocentrisme
D
Zwart-wit denken

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pubers kunnen veel van wat hun ouders doen stom vinden. Dit is een voorbeeld van?
A
Abstract denken
B
Kritisch denken
C
Egocentrisme
D
Zwart-wit denken

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Abstract denken en kritisch denken
  • Abstract denken: Je bent in staat om verbanden te zien
  • Kritisch denken:  Pubers willen een reden horen, Kritisch over hun uiterlijk, kritisch wat ouders zeggen, egocentrisme 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend het woord: 'Geslachtsrijpheid'?
A
Je word voor het eerst ongesteld
B
Vanaf dat moment ben je in staat om je voort te planten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie vandaag
Sociale ontwikkeling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij de puber op het sociale aspect?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ontwikkeling
  • Groepsdruk kan positief van invloed zijn maar ook negatief.
  • De normen en waarden die binnen de vriendengroep leven, zijn leidend voor zijn gedrag.

Zie filmpje; 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerde vrienden
  • Pubers hebben geen goede relatie met hun ouders
  • Pubers die makkelijk te beïnvloeden zijn en niet voor zichzelf op durven komen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale/persoonlijkheidsontwikkeling
  • Peergroup
  • Conformisme en groepsdruk
  • Verkeerde vrienden 
  • persoonlijke vriendschappen
  • Contacten met andere sekse
  • Online contacten 
  • Sexting 
  • Op zoek naar eigen identiteit 

Slide 16 - Tekstslide

Een puber wil in de peergroup vooral niet opvallen: hij conformeert zich (net als het schoolkind). Een puber is erg gevoelig voor groepsdruk. Dit kan zowel negatieve effecten (bijvoorbeeld roken en alcohol drinken) als positieve effecten hebben (sociaal gedrag).
Wat is Sexting?
A
Een datingsite
B
Seksuele beelden of teksten versturen via sociale media
C
Mensen die op zoek zijn naar slachtoffers voor 'Online Seks'

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele ontwikkeling
  • Pubers doen niet alleen onhandig en klungelig, ze voelen zich ook zo, komt door de sterke groei en de grote hormonale veranderingen
  • Ze gaan hun eigen mening ontwikkelen. 
  • Dit leidt vaak tot conflicten met hun ouders. 
  • De puber kan zich moeilijk verplaatsen in anderen, dus ook niet in zijn ouders.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemmingswisselingen 
Door toename van hormonen, krijg je als puber meer last van stemmingswisselingen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Vragen?
Wat neem je mee?

Nog tijd? Dan interview met elkaar.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interview voor levensboek
De opdracht voor periode 3: - Verantwoord of jij een puber of een adolescent bent aan de hand van de theorie die je hebt gekregen - Kies een klasgenoot uit en stel een interview op met 5 vragen waarin je gaat uitzoeken of jouw klasgenoot een puber of een adolescent is. - Verantwoord aan de hand van je interview of jouw klasgenoot een puber of een adolescent is. - Kijk eens naar je eigen identiteitsontwikkeling. Welke identiteiten heb jij in welke groepen (school, vriendengroep, thuissituatie) en waar zit het verschil?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies