ROC Mondriaan

TKV woensdag 29 mei 2024

Woensdag 29 mei 2024
TKV
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woensdag 29 mei 2024
TKV

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?

1. Wat hebben we vorige keer gedaan?

2. Volgende week: tkv-test

2. Spelling: meervoud

-pauze-

3. Telefoneren



Slide 2 - Tekstslide

Meervoud

Toets spelling 1F

Slide 3 - Tekstslide

Meervoud


1. sommige woorden bestaan alleen in enkelvoud:
het vlees, de koffie, de boter, het zout, de politie, de brandweer en... jijzelf!

2. sommige woorden bestaan alleen in meervoud:
de hersenen, de notulen, de financiën, de waterpokken, de mazelen, de kosten, de inkomsten

3. het lidwoord bij meervoud is altijd de
1

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud

Toets spelling 1F

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud

zelfstandig naamwoord +en
plant > planten
kaart > kaarten




2

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud

Toets spelling 1F

Slide 7 - Tekstslide

Meervoud

Er is een verschil tussen een korte klank (pot) en een lange klank (poot). De klank moet in het meervoud hetzelfde blijven. 

soms moet er een letter bij
bal > ballen (let op de lettergrepen: bal-len)
tas > tassen (tas-sen)

soms moet er een letter af
boot > boten (let op de lettergrepen: bo-ten)
raam > ramen (ra-men)

3

Slide 8 - Tekstslide

Meervoud

Toets spelling 1F

Slide 9 - Tekstslide

Meervoud

zelfstandig naamwoord +s als het eindigt op...*

e stage > stages
em bodem > bodems
el lepel > lepels
er kalender > kalenders
en examen > examens
ie spatie > spaties

*er zijn uitzonderingen, zoals klem > klemmen, dit hoef je nu niet te leren
4

Slide 10 - Tekstslide

Meervoud

Toets spelling 1F

Slide 11 - Tekstslide

Meervoud

soms verandert de f in een v, en de s in een z

f in een v
brief > brieven
neef > neven

s in een z
druif > druiven
roos > rozen 
5

Slide 12 - Tekstslide

Meervoud

Toets spelling 1F

Slide 13 - Tekstslide

Meervoud

Uitzonderingen... opzoeken in de Van Dale
6

Slide 14 - Tekstslide

Meervoud

Toets spelling 1F

Slide 15 - Tekstslide

Overzicht meervoud 
+s

e stage > stages
em bodem > bodems
el lepel > lepels
er kalender > kalenders
en examen > examens
ie spatie > spaties

*er zijn uitzonderingen, zoals klem > klemmen, dit hoef je nu niet te leren
Algemeen

1. sommige woorden bestaan alleen in enkelvoud:
het vlees, de koffie, de boter, het zout

2. sommige woorden bestaan alleen in meervoud:
de hersenen, de notulen, de financiën

3. het lidwoord bij meervoud is altijd de
+en

zelfstandig naamwoord +en
plant > planten

soms moet er een letter bij
bal > ballen (let op de lettergrepen: bal-len)
tas > tassen (tas-sen)

soms moet er een letter af
boot > boten (let op de lettergrepen: bo-ten)
raam > ramen (ra-men)

f/v en s/z

soms verandert de f in een v, en de s in een z

f in een v
brief > brieven
neef > neven

s in een z
druif > druiven
roos > rozen 

Slide 16 - Tekstslide

Pauze 


Slide 17 - Tekstslide

Telefoneren!


Slide 18 - Tekstslide