ROC Mondriaan

Bloedvaten, hartslag en bloeddruk niv 2

Bloedvaten, hartslag en bloeddruk
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bloedvaten, hartslag en bloeddruk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les:
  • Weet je welke verschillende bloedvaten we hebben
  • Weet je hoe de bloeddruk werkt

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Wat weet jij nog over het hart?
Hoe ziet hij er uit?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

3 types bloedvaten: ​

  1. Slagaders​
  2. Haarvaten​
  3. Aders 


Slide 5 - Tekstslide

Slagaders
  • Bloed van hart naar organen ​
  • Hoge druk ​
  • Stevige dikke wand​
  • ‘Hartslag’ voelbaar door uitzetting​

Vb. aorta, longslagader ​





Slide 6 - Tekstslide

Haarvaten
  • Heel netwerk ​
  • Bij elk orgaan​
  • Zo dun als een haar ​
  • Uitwisseling van zuurstof/ voedingsstoffen/ afvalstoffen ​




Slide 7 - Tekstslide

Aders
  • Dunne wand, breed vat ​
  • Soms met kleppen (armen / benen) ​
  • Bloed van organen => hart 


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Ga 25x zitten en staan of loop de trappen een keer op en neer. Meet je hartslag opnieuw 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is jouw hartslag na inspanning?

Slide 10 - Open vraag

Hoge hartslag
Boven de 100 slagen per minuut.

Normaal of kan komen door:
  • inspanning (180-200 slagen mogelijk!)
  • koorts
  • angst, stress of boosheid
  • te veel gebruik van alcohol of drugs
  • roken
  • sommige medicijnen

Slide 11 - Tekstslide

Hoge hartslag gevolg
  1. Het hart niet genoeg tijd om zich helemaal te vullen met bloed. 
  2. Het pompt dan minder bloed dan normaal weg. 
  3. Is niet direct gevaarlijk.

Klachten:
  • Licht gevoel in je hoofd of duizeligheid. 
  • Hartkloppingen
  • Minder goed kunnen inspannen
  • Flauwvallen

Slide 12 - Tekstslide

Bloeddruk

Slide 13 - Tekstslide

Bloeddruk 
Pompkracht hart en wijdte bloedvaten = Bloeddruk (tensie) 

  • Onderdruk/diastolische waarde = wordt gemeten als het hart ontspant.
  • Bovendruk/systolische waarde = wordt gemeten als het hart samentrekt

Slide 14 - Tekstslide

hoge bloeddruk

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoge/lage bloeddruk
Normale bloeddruk = 120/80

Hypertensie = hoge bloeddruk, bovendruk hoger dan 140
Hypotensie = lage bloedruk, Vrouwen 100/60, mannen 110/70 

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen
  • Hartinfarct​
  • Beroerte​
  • Aderverkalking
  • Verminderde werking nieren​
  • Aantasting van het zicht​






Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 1 Bloeddruk
Vul de woorden in, in de tekst. 

Slide 19 - Tekstslide