ROC Mondriaan

Periode 2: Les 2: sociale problematiek

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het nu met je?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even een terugblik..
Les 1: normale en niet normale ontwikkeling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenuit
Buitenaf
Verstandelijke beperking
Stofwisselingsziekte
Slechte huisvesting
Problemen in het gezin
Erfelijke aandoening
Achterstelling in de maatschappij

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Een verstandelijke beperking. Is een voorbeeld van buitenaf'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren kunnen liggen op drie gebieden. Welk antwoord is goed?
A
kind, hele familie, wijk
B
kind, tante, familie
C
kind, ouders/gezin, omgeving
D
zusjes, hele familie, school

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van sociale problemen zijn..
Meerdere antwoorden zijn goed
A
Vroeggeboorte baby
B
Werkeloosheid
C
Laag inkomen
D
Verstandelijke beperking

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Psychische problemen bij de vader is een risicofactor vanuit..
A
Het kind
B
De ouders/gezin
C
De omgeving

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voeg een foto toe van risico factor de omgeving

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

In Hoofdstuk 1 hebben we geleerd dat door problemen in de ontwikkeling een normale ontwikkeling kan leiden tot een niet-normale ontwikkeling. Ook hebben we geleerd dat deze problemen kunnen worden vergroot door risicofactoren. Het onderstaande schema laat dit nog eens zien.

Slide 15 - Tekstslide

Door een niet-normale ontwikkeling kunnen mensen in probleemsituaties terecht komen. We spreken van sociale problematiek als mensen zich langdurig in probleemsituaties bevinden, die hen op achterstand zetten ten opzichte van andere mensen. 

Slide 16 - Tekstslide

Als je het hebt over de maatschappij dan bedoel je de samenleving, met daarin groepen mensen en de relaties die tussen de mensen bestaan. Sociale problematiek is maatschappelijk bepaald en treft daarom groepen mensen. Daarom spreken we ook wel van maatschappelijke problematiek.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke sociale problemen zijn er?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Mensen kunnen te maken hebben met verschillende sociale problemen. Je kunt denken aan een laag inkomen, werkloosheid, verslaving, huiselijk geweld en slechte woonomstandigheden.  

'Sociale problematiek is vaak makkelijk op te lossen'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Weinig mensen hebben met sociale problematiek te maken'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Bij sommige gezinnen zijn er meerdere problemen tegelijk, Een combinatie van problemen is geen toeval. Vaak zie je dat het ene probleem het andere probleem uitlokt. 

Slide 23 - Tekstslide

Ook zie je dat het mensen niet of nauwelijks lukt om uit de problemen te komen. Deze mensen hebben gevraagd of ongevraagd hulp nodig. Zonder hulp lopen ze vast.

Slide 24 - Tekstslide

Bij nogal wat kinderen en jongeren zien we meervoudige problematiek; er spelen dan meerdere problemen tegelijkertijd. We spreken in dat geval van kinderen in achterstandssituaties of kinderen die kansarm zijn. Kinderen die opgroeien in een achterstandssituatie lopen een veel groter risico op problemen in hun ontwikkeling. En ouders die in een achterstandssituatie zitten, lopen een groter risico dat ze problemen krijgen bij de opvoeding van hun kinderen.

Vaak lokt het ene probleem het andere uit. Sommige ouders/verzorgers reageren hun frustratie en onmacht af op het kind, andere ouders /verzorgers hebben geen energie meer over om in de opvoeding te steken. Deze ouders/verzorgers stellen geen grenzen en in hun houding is sprake van onmacht, onverschilligheid en koelheid. In zo’n opvoedingssituatie ontwikkelt het kind zich niet goed. Een ontwikkelingsachterstand, maar ook probleemgedrag, kan het gevolg zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Sociale problematiek kan van generatie op generatie in een bepaalde familie een rol spelen. Een kind dat zich niet optimaal ontwikkelt, heeft een grote kans ook als volwassene in een achterstandssituatie terecht te komen. Je kunt dan niet zeggen dat het (alleen) je eigen schuld is. Op de eerste plaats kan een kind zich niet onttrekken aan de situatie waarin hij zit. Een kind is altijd helemaal afhankelijk van zijn of haar verzorgers. Op de tweede plaats valt niet te ontkennen dat in Nederland sprake is van sociale ongelijkheid. In Nederland bestaat een kloof tussen arm en rijk, tussen laag- en hoogopgeleid, tussen onbeperkte en beperkte toegang tot gezondheidszorg. 

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Als je gaat werken met kinderen, is het belangrijk dat je oog hebt voor de omgeving waarin een kind opgroeit. Die omgeving kan een kind een voorsprong geven, maar ook een achterstand. Uit onderzoeken blijkt telkens weer dat kinderen die opgroeien met een voorsprong, een veel kleinere kans hebben op ontwikkelingsproblemen.
Wat vind je hier van?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Bij nogal wat kinderen en jongeren zien we meervoudige problematiek; er spelen dan meerdere problemen tegelijkertijd. We spreken in dat geval van kinderen in achterstandssituaties of kinderen die kansarm zijn. Kinderen die opgroeien in een achterstandssituatie lopen een veel groter risico op problemen in hun ontwikkeling. En ouders die in een achterstandssituatie zitten, lopen een groter risico dat ze problemen krijgen bij de opvoeding van hun kinderen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Ook bij ouderen kan sprake zijn van sociale problematiek. We spreken over kwetsbare ouderen. Het begrip kwetsbaarheid verwijst naar fysieke, psychische en/of sociale kwetsbaarheid. Kwetsbare ouderen zijn meestal zelfstandig wonende ouderen die verschillende chronische aandoeningen en matige of ernstige bewegingsbeperkingen hebben en het niet meer goed alleen redden.

Slide 39 - Tekstslide

Dat deze ouderen het niet redden komt niet alleen door de aandoeningen en beperkingen, het heeft ook te maken met gebrek aan ondersteuning. Ze hebben bijvoorbeeld geen partner (meer), hebben weinig sociale contacten en krijgen geen huishoudelijke hulp.
Ouderen, vrouwen, weduwen en weduwnaars en mensen met een lage opleiding behoren veel vaker tot de groep kwetsbare ouderen dan anderen. De kans op vroegtijdig overlijden is voor kwetsbare ouderen bijna drie keer groter dan voor andere ouderen. Ook worden ze veel vaker opgenomen in een ziekenhuis en zorginstelling.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale problematiek is problematiek die..
A
De overheid bepaald
B
Maatschappelijk is bepaald
C
Persoonlijk is bepaald
D
Niemand bepaald, het is gewoon zo

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een riscofactor?
A
Zaken die de kans op problemen vergroten
B
Zaken die de kans op problemen verkleinen

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de les in
3 woorden..

Slide 49 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!
Huiswerk: zie planning periode overzicht!

Les 3: kenmerken van sociale problematiek

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies