ROC Mondriaan

klas1hoofdstuk4 De Grieken

Het oude Griekenland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het oude Griekenland

Slide 1 - Tekstslide

par.1 In Athene wordt de democratie ingevoerd

Slide 2 - Tekstslide

na par. 1
1. weet je waarom Griekenland uit meerdere staten bestaat
2. Snap je de functie van kolonien en handelaren in het ontstaan van de democratie
3. Begrijp je hoe de Griekse democratie werkt
4. Kun je verschillende systemen van regeren met elkaar vergelijken

Slide 3 - Tekstslide

opdracht; vul het schema aan
Egypte
Grieken
politiek
Staat?
Staat?
Bestuur?
economie
sociale verhoudingen
cultuur
godsdienst?
Goden? Speciaal?

Slide 4 - Tekstslide

korte uitleg par. 1
In paragraaf 1 wordt beschreven dat Griekenland uit 700 poleis bestaat (het zijn allemaal staten). Dat er zoveeel zijn komt door de natuur in Griekenland.Die staten hebben verschillen en overeenkomsten. De twee grootste poleis zijn Athene en Sparta. In Athene krijgt men te maken met koloniseren vanwege een tekort aan vruchtbare grond. Door dat koloniseren komt de handel op. De handelaren willen invloed op de regering (een aristocratie). Daarom komt er in 509 v. Chr. een directe democratie. Het voorstel komt van Kleisthenes. De Atheners hebben een systeem ingericht met stemmen en loten zodat iedereen een rol kan en moet spelen in de  democratie. Sparta heeft een autocratie.

Slide 5 - Tekstslide

begrippen par. 1
1. stadsstaat                         6.  indirecte democratie
2. polis (poleis)                   7. schervengericht                                    
3. acropolis                          8. kolonie                                                    
                                                    9. agora                                                            
4. aristocratie                     10. volksvergadering
5. directe democratie      11. trireem
                                                    12. falanx

Slide 6 - Tekstslide

personen par. 1
1. Kleisthenes
2. Pericles
3. Agamemnon

Slide 7 - Tekstslide

jaartallen
2000 tot 1400 v. Chr.
1600 tot 1100 v. Chr.
vanaf 800 v. Chr.
509 v. Chr.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de oorzaak van de democratie in Athene?

Slide 10 - Open vraag

Is de democratie in Athene een verandering of continuïteit?

Slide 11 - Open vraag

Heeft democratie gevolgen op de korte en/of de lange termijn? Leg uit

Slide 12 - Open vraag

par. 2 Athene leider van de Griekse poleis
In de bron zie je Sparta
Sparta was de andere grote polis
Sparta had een autocratie en heel andere normen en waarden dan de inwoners van Athene

Slide 13 - Tekstslide

Doen
- begrippen
jaartallen; 490-479; 431-404
- personen
- maken 16.2 en wb opdracht 8

Slide 14 - Tekstslide

Waar kijk je naar om te kijken of een bron betrouwbaar is?

Slide 15 - Open vraag

Na par. 3
Weet je wat de overeenkomsten en de verschillen waren wat betreft de godsdienst tussen de Grieken
Kun je de invloed van de godsdienst op het dagelijks leven uitleggen
Kun je verschillen en overeenkomsten benoemen tussen de Griekse goden en andere godsdiensten
Herken je Griekse bouwstijlen

Slide 16 - Tekstslide

Korte uitleg par. 3
Je weet dat ze in Griekenland goden hebben. De goden lijken o mensen en ze hebben menselijke eigenschappen. De goden wonen in tempels en daar vinden ook rituelen plaats. De Grieken beginnen vergaderingen vaak met offers (magi) aan de goden. Iedere polis heeft zijn eigen beschermgod of -godin. Veel verschijnselen worden verklaard vanuit de goden.
De Grieken hebben bij hun bouwwerken verschillende stijlen ontwikkeld, van vrij strak naar heel druk. (Dorisch, Ionisch, Corinthisch

Slide 17 - Tekstslide

vaardigheden par. 3 (WB 11)
  • herkennen van een gelaagde samenleving in een bron
  • herkennen van een gebeurtenis in een bron
  • herkennen in een bron of het echt gebeurd kan zijn
  • oefenen in samenvatten

Slide 18 - Tekstslide

begrippen par. 3
Ilias
Odyssee
orakel van Delphi
Dorische stijl
Ionische stijl
Corintische stijl

Slide 19 - Tekstslide

personen par. 3
Homerus
Odysseus
Heracles en
Achilles

Slide 20 - Tekstslide

jaartallen par. 3
plus minus 700 v. Chr.
776 v. Chr.

Slide 21 - Tekstslide

par. 4
https://www.youtube.com/watch?v=JXqhSrdCHEk
https://www.youtube.com/watch?v=DKwecwRae8c
https://www.youtube.com/watch?v=YRcrUgNBEic

Slide 22 - Tekstslide

Doelen en korte uitleg par. 4
De Grieken ontwikkelen een nieuwe manier van denken. Ze schrijven niet meer alles wat gebeurt (ziek worden, onweer en dergelijke) toe aan de wil van de goden, maar ze bedenken dat ze, door observeren, erachter kunnen komen wat de werkelijke verklaringen zijn. De natuur bijvoorbeeld houdt zich aan regels, je kunt een storm vaak voorspellen. (Dit is overigens ook de tijd dat ze gaan bewijzen dat de aarde rond moet zijn, aan de hand van de lengte en de richting van schaduwen!) Kortom, ze gaan wetenschappelijk denken.
Bij. Hippocrates in de geneeskunde, Socrates, Plato en Aristoteles (en vele anderen) in de filosofie , Herodotus in de geschiedenis, en Archimedes en Pythagoras (en vele anderen) in de wiskunde.

Slide 23 - Tekstslide

begrippen par. 4
- filosofen
- mythen

Slide 24 - Tekstslide

personen par. 4
- Hippocrates
- Galenus
- Socrates
- Plato
- Aristoteles
- Herodotus

Slide 25 - Tekstslide