3T_Enkelvoudige_samengestelde_hoofd-_en_bijzinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Aan het einde van deze les...

• kun je een enkelvoudige zin herkennen en maken;
• kun je een samengestelde zin herkennen en maken;
• kun je een hoofd- en bijzin van elkaar onderscheiden;
• kun je zinsdeelstrepen zetten.

Enkelvoudige zin

Een enkelvoudige zin bevat maar één persoonsvorm.

Jerrelino en Jairzinho zitten naast elkaar.

Samengestelde zin

Een samengestelde zin bevat twee of meer persoonsvormen.

Gisteren deelde de juffrouw de schoolkrant uit en waren de leerlingen erg enthousiast.

Hoofdzin

In een hoofdzin staan het onderwerp en de persoonsvorm naast elkaar. Tussen deze twee kunnen géén andere zinsdelen geplaatst worden.

Malik en Suchal houden van anime en zij kijken dit ook elk weekend.

Bijzin

In een bijzin staan het onderwerp en de persoonsvorm uit elkaar. Tussen deze twee kunnen dus wel andere zinsdelen geplaatst worden.

Suchal kijkt elk weekend anime, terwijl hij ondertussen zijn huiswerk vermijdt.

Is de volgende zin een enkelvoudige of samengestelde zin? 'Heb jij de keuken gestofzuigd?'

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Zet zinsdeelstrepen. 'Heb jij de keuken gestofzuigd?'

Is de volgende zin een enkelvoudige of samengestelde zin? 'Ik kan die lamp niet repareren, maar ik kan wel een nieuwe lamp kopen.'

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Waaruit bestaat de volgende zin? 'Ik kan die lamp niet repareren, maar ik kan wel een nieuwe lamp kopen.'

1. hoofdzin-hoofdzin
2. hoofdzin-bijzin
3. bijzin-hoofdzin
4. bijzin-bijzin

Zet zinsdeelstrepen. 'Ik kan die lamp niet repareren, maar ik kan wel een nieuwe lamp kopen.'

Zet zinsdeelstrepen. 'Ik kan die lamp niet repareren, maar ik kan wel een nieuwe lamp kopen.'

Is de volgende zin een enkelvoudige of samengestelde zin? 'Hij eet geen hamburgers meer, want hij wordt anders te snel dik.'

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Waaruit bestaat de volgende zin? 'Hij eet geen hamburgers meer, want hij wordt anders te snel dik.'

1. hoofdzin-hoofdzin
2. hoofdzin-bijzin
3. bijzin-hoofdzin
4. bijzin-bijzin

Zet zinsdeelstrepen. 'Hij eet geen hamburgers meer, want hij wordt anders te snel dik.'

Is de volgende zin een enkelvoudige of samengestelde zin? 'Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.'

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Waaruit bestaat de volgende zin? 'Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.'

1. hoofdzin-hoofdzin
2. hoofdzin-bijzin
3. bijzin-hoofdzin
4. bijzin-bijzin

Zet zinsdeelstrepen. 'Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.'

Is de volgende zin een enkelvoudige of samengestelde zin? 'De vrouw die op hoge hakken liep, liep snel naar de tafel.'

1. enkelvoudige zin
2. samengestelde zin

Waaruit bestaat de volgende zin? 'De vrouw die op hoge hakken liep, liep snel naar de tafel.'

1. hoofdzin-hoofdzin
2. hoofdzin-bijzin
3. bijzin-hoofdzin
4. bijzin-bijzin

Zet zinsdeelstrepen. 'De vrouw die op hoge hakken liep, liep snel naar de tafel.'