ROC Mondriaan

L1 ~ 1W inleiding zakelijke correspondentie en schriftelijk communiceren

LES 1
Week: 1-2

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W2 Correspondentie

Docent: Mw. M. van Welij
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LES 1
Week: 1-2

School: Business & Retail
Crebo: 25724 - Assistant Business Services
Leerweg: BOL & BBL & GIT
Kerntaak: B1-K1: Voert taken uit binnen de zakelijke dienstverlening
Werkproces: B1-K1-W2 Correspondentie

Docent: Mw. M. van Welij

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Business Services
Welkom bij
Business Services

Slide 2 - Tekstslide

DEZE LES

  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Lesafsluiting


AFSPRAKEN
  1. Je bent op tijd in de les.
  2. Je neemt een eigen device mee naar mijn les.
  3. Je maakt opdrachten en levert deze op tijd in.
  4. Jas uit, pet/muts etc. af.
  5. In het lokaal mag je alleen water drinken, niet eten.
  6. Telefoons op zacht en in je tas (niet in je zak).

Slide 3 - Tekstslide

LESDOELEN
Aan het einde van deze les weet je meer over...
  1. de indeling van een brief;
  2. waar je over na moet denken voordat je een brief schrijft;
  3. het doel van het schrijven van een brief/e-mail.

Slide 4 - Tekstslide

Briefplan
Als je een brief gaat schijven, maak je eerst een briefplan, hierin zet je de volgende zaken:
  • Wat is je publiek, dus aan wie ga je schrijven?
  • Wat is je doel, dus waarom ga je schrijven?
  • Wat is je inhoud, dus wat ga je schrijven?

Slide 5 - Tekstslide

Publiek: voor wie schrijf je?
Bedenk goed aan wie je gaat schrijven.
  • Geslacht
  • Leeftijd
  • Opleidingsniveau
  • Beroep
  • Voorkennis over het onderwerp
  • Belangstelling

Slide 6 - Tekstslide

Doel: waarom schrijf je?
Bedenk goed waarom je gaat schrijven. Wat wil je bereiken met deze brief?
  • Informeren
  • Adviseren
  • Overtuigen
  • Activeren

Slide 7 - Tekstslide

Inhoud: wat schrijf je?
Je noteert alles wat er in je gedachten opkomt, dit noem je brainstormen. Je kunt gebruik maken van een aantal standaardvragen, de vijf W-vragen en de Hoe-vraag.

  • Wie
  • Wat
  • Wanneer
  • Waar
  • Waarom
  • Hoe

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

voor eigen personeel
voor de uitzendkrachten
voor de bedrijven
Beste mensen...
Beste.....(voornaam)
Geachte heer / mevrouw...

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is een briefplan?
A
Het plan om andermans geheimen door te brieven.
B
Het voornemen om iemand een brief te schrijven.
C
Het plan om een brief te sturen in plaats van een mail.
D
Het vooraf nadenken over het doel en de inhoud van een brief.

Slide 11 - Quizvraag

Bij de apotheek wordt een formulier gegeven waarop aangegeven staat hoe een bepaald medicijn gebruikt moet worden en wat de bijwerkingen kunnen zijn. Wat is het doel van de apotheker?
A
Activeren
B
Adviseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is brainstormen?
A
Onderwerpen waarover je schrijft op juiste volgorde zetten.
B
Alles noteren wat er in je gedachten opkomt.
C
Een bouwplan maken voor het schrijven van een brief.
D
Duidelijk onder woorden brengen wat je bedoelt.

Slide 13 - Quizvraag

Welke vragen worden vaak gebruikt bij het brainstormen?
A
De vijf W-vragen.
B
Gesloten vragen.
C
Open vragen.
D
De vijf W-vragen en de Hoe-vraag.

Slide 14 - Quizvraag

Bouwplan
Het bouwplan gebruik je om te bepalen:
  1. Welke informatie moet in de brief komen (selecteren)?
  2. Welke informatie komt bij elkaar te staan (categoriseren)?
  3. In welke volgorde moet de informatie in de brief staan (ordenen)?

Slide 15 - Tekstslide

Bouwplan
Categoriseren
INLEIDING: hier staat de aanleiding om de brief te schrijven en het doel.
  • reactie op een brief;
  • reactie op een telefoongesprek;
  • reactie op een advertentie;
  • geen reactie op eerder contact. 

Slide 16 - Tekstslide

Bouwplan
Categoriseren
KERN: hier staat de informatie waar het om gaat.
  • chronologisch ↓
  • opsomming ⁞
  • aspecten (verschillende kenmerken)
  • voordelen en nadelen       

Slide 17 - Tekstslide

Bouwplan
Categoriseren
SLOT: hier staat geen nieuwe informatie.
  • een voorstel
  • een verzoek
  • een conclusie
  • een oproep
  • een dankwoord of wens
  • een mening

Slide 18 - Tekstslide

SLOT
INLEIDING
KERN
voordelen en nadelen
een verzoek
reactie op een advertentie

Slide 19 - Sleepvraag

Met een bouwplan kan informatie worden geselecteerd, gecategoriseerd en geordend. Wat is het categoriseren van informatie?
A
Bepalen of er voldoende informatie is voor de brief.
B
De onderdelen kiezen die in de brief komen.
C
Bepalen welk onderdeel van de brief waar komt te staan.
D
Verzamelen van informatie voor de brief die geschreven moet worden.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is belangrijk bij het selecteren van informatie voor een brief?
A
Dat de informatie altijd op zakelijke wijze gegeven wordt in de brief.
B
Dat de informatie begrijpelijk is voor jezelf als briefschrijver.
C
Dat de informatie spannend of plezierig is om te lezen.
D
Dat de informatie ondersteunend is voor het doel van de brief.

Slide 21 - Quizvraag

Een brief bestaat uit een inleiding, kern en slot. Wat wordt aangegeven in de inleiding?
A
Aanleiding tot het schrijven van de brief en het doel.
B
Doel en uitwerking van een of meer onderwerpen.
C
Doel en uitwerking van een onderwerp.
D
Uitwerking van een of meer onderwerpen en een dankwoord.

Slide 22 - Quizvraag

Welke informatie staat in het slot van een brief?
A
Informatie betreffende onderwerpen die in de inleiding worden genoemd.
B
Informatie die niet nieuw is maar die voortkomt uit informatie van de kern.
C
Informatie die de schrijver vergeten is om in de kern te vermelden.
D
Nieuwe informatie die nog niet in de kern stond.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Extra opdrachten
OPDRACHT 4.02
OPDRACHT 4.04
OPDRACHT 4.05
OPDRACHT 4.06

Slide 25 - Tekstslide