ROC Mondriaan

2 M3 Spelling (II): voltooid deelwoord

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

- je weet wat voltooide deelwoorden zijn
- je kunt voltooide deelwoorden goed spellen
- je kunt voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord goed spellen

Slide 2 - Tekstslide

Je heb geleerd om een werkwoord te vervoegen.
Vervoeg het werkwoord
landen.

Slide 3 - Open vraag

Je heb geleerd om een werkwoord te vervoegen.
Vervoeg het werkwoord
krijgen.

Slide 4 - Open vraag

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 5 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Gino heeft een mop verteld.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Karin heeft de ijsjes betaald.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
De patiënt is snel hersteld.

Slide 9 - Open vraag

Doe oortjes in

en bekijk 

de volgende filmpjes met uitleg!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 13 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 14 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord is makkelijker om te schrijven, maar misschien moeilijker om te onthouden.


  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen

Slide 15 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

Je kunt het schema gebruiken om te bepalen hoe je het voltooid deelwoord schrijft:

Slide 16 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
Waar heb jij vannacht over (dromen)?

Slide 17 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
Mijn zusje van drie jaar heeft weer in haar bed (plassen).

Slide 18 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
Tot hoe laat zijn jullie op Eriks feest (blijven)?

Slide 19 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
De joelende jongens werden (negeren) door de karateleraar.

Slide 20 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
De padvinders hebben het kampvuur met zand (doven).

Slide 21 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
In de Tweede Wereldoorlog heeft Alan Turing de code van de Enigmamachine (kraken).

Slide 22 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
Door een val met mijn fiets is de voorvork (verbuigen).

Slide 23 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
Heeft Anna die broek echt zelf (naaien)?

Slide 24 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
De schoonmaker heeft alle boeken een voor een (afstoffen).

Slide 25 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van de werkwoorden tussen haakjes:
Plotseling werd er op de deur van het klaslokaal (bonzen).

Slide 26 - Open vraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Bezuinig... het kabinet op ontwikkelingshulp?
A
d
B
t
C
dt

Slide 27 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Onze school heeft niet bezuinig... op laptops.
A
d
B
t
C
dt

Slide 28 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
De docent vermel... het huiswerk op het digibord.
A
d
B
t
C
dt

Slide 29 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Alle prijzen in de taxfreeshop worden in euro's vermel...
A
d
B
t
C
dt

Slide 30 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
De lage waterstand belemmer... de scheepvaart op de Rijn.
A
d
B
t
C
dt

Slide 31 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
De reddingswerkzaamheden werden belemmer... door het slechte weer.
A
d
B
t
C
dt

Slide 32 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Opa Cor vertel... ons graag over vroeger.
A
d
B
t
C
dt

Slide 33 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
De geschiedenisleraar heeft ons het verhaal van de overwintering op Nova Zembla vertel...
A
d
B
t
C
dt

Slide 34 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
Joop bevestig... het schilderij met een spijker aan de muur.
A
d
B
t
C
dt

Slide 35 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes staan?
De directeur heeft de geruchten over zijn aftreden bevestig...
A
d
B
t
C
dt

Slide 36 - Quizvraag

DOEL

- je weet wat voltooide deelwoorden zijn
- je kunt voltooide deelwoorden goed spellen
- je kunt voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord goed spellen

Slide 37 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 38 - Open vraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 39 - Open vraag

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 40 - Tekstslide