Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
ROC Mondriaan
‹
Terug naar zoeken
Grammatica: persoonswoorden
Grammatica: woorden voor personen en bezit
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Beroepsopleiding
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica: woorden voor personen en bezit
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Extra oefenen?
-
Link
grammaticatrainer: 5 van wie?
-
Link
grammaticatrainer: 6 personen in de zin
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Let op!
Ik heb het
hun
verteld.
Ik heb het
aan
hen
verteld.
Ik heb het
ze
verteld.
na een voorzetsel:
hen
Slide 7 - Tekstslide
Ali komt uit Marokko. Hij is dertig jaar. … vrouw komt uit Syrië.
A
Zijn
B
Haar
C
Uw
D
Hun
Slide 8 - Quizvraag
Wat zegt u? Ik begrijp … niet.
A
jouw
B
uw
C
u
D
je
Slide 9 - Quizvraag
We hebben een kat.
... kat heet Felix.
A
Ons
B
Onze
C
U
D
Hem
Slide 10 - Quizvraag
Julia, is dit … dochter? Ze is mooi!
A
jij
B
hen
C
zij
D
je
Slide 11 - Quizvraag
Ali en Sofia zijn getrouwd.
... zoon heet Adam.
A
Zijn
B
Haar
C
Hun
D
Hen
Slide 12 - Quizvraag
David heeft koffie voor … gehaald.
Dat vind ik fijn.
A
mij
B
jij
C
ik
D
uw
Slide 13 - Quizvraag
Karlijn en Nina hebben fietsen gekocht.
De fietsen zijn nu van ...
A
zij
B
hen
C
hun
D
haar
Slide 14 - Quizvraag
Mo is verhuisd. Dat huis is van ...
A
zijn
B
hem
C
hij
D
haar
Slide 15 - Quizvraag
Gaan jullie trouwen?
Mag ik op ... bruiloft komen?
A
mijn
B
onze
C
je
D
jullie
Slide 16 - Quizvraag
Marinke, waar wonen ... ouders?
A
u
B
hem
C
jouw
D
mij
Slide 17 - Quizvraag