ROC Mondriaan

Les 4 Structureren van leeractiviteiten en lesvaardigheden

Les 5
Klassenmanagement
Structureren van leeractiviteiten & Lesvaardigheden 

§ 5.6 & 5.7 
School en Didactiek
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 5
Klassenmanagement
Structureren van leeractiviteiten & Lesvaardigheden 

§ 5.6 & 5.7 
School en Didactiek

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen onderwijsorganisatievorm
Je leert:
  • wat Opbrengstgericht werk (ogw) is
  • wat een didactisch model is (herhaling) en hoe je ermee kan werken
  • wat lesvaardigheden zijn en waarom ze belangrijk zijn
  • je kan enkele lesvaardigheden benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord:
Opbrengstgericht werken (ogw)

Slide 3 - Woordweb

Opbrengstgericht werken (ogw)
Bij Opbrengstgericht werken gaat het uiteindelijk om de opbrengst, het resultaat. 
Bij ogw werkt een school systematisch en doelgericht aan het verbeteren van de leerprestaties. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke manier van onderwijs is niet of minder op het resultaat gericht?
A
Dalton onderwijs
B
Speciaal onderwijs
C
Montessori
D
Voortgezet onderwijs

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een didactisch concept
ook alweer?

Slide 6 - Woordweb

Didactisch model
De praktische uitwerking van het didactisch concept. Het bevat alle stappen die je gaat doen in een les. Met het beschrijven van die stappen zorg je ook voor ordening die zo belangrijk is bij klassenmanagement. 

Daarnaast bewaak je tijdens de voorbereiding, uitvoering en afronding van leeractiviteiten natuurlijk de positieve en ordelijke omgeving voor leerlingen, zodat de voorwaarden optimaal zijn voor goed functioneren en leren.

Slide 7 - Tekstslide

Didactisch model bestaat uit;
-onderwijsleerdoel
- opbouw
- fasen
- tijd
- werkvorm
- leermiddelen
- organisatie
- terugkoppeling
- evaluatie

Slide 8 - Tekstslide

Fasen

  1. Wat doe ik om leerlingen te oriënteren op de inhoud?
  2. Hoe houd ik daarbij rekening met verschillen tussen leerlingen?
  3. Welke instructie moet ik geven?
  4. Hoe kan ik dit het beste doen?
  5. Hoe houd ik rekening met verschillen tussen behoefte aan instructie?
  6. Welke werkvormen passen bij de fase, de leerinhoud en het onderwijsmodel?
  7. Hoe kan ik inspelen op verschillen tussen leerlingen in niveau en leerstijl?
  8. Wat is mijn inbreng en wat is de inbreng van de leerlingen?







Slide 9 - Tekstslide

Situatieschets
Marcella krijgt van de leerkracht de vraag of ze een groepje van vier leerlingen wil begeleiden dat moeite heeft met breuken. Ze hebben die ochtend uitleg gekregen, maar ze begrijpen het nog niet goed. Het leerdoel is: De leerlingen kunnen beschrijven wat 1/4 en 1/3 deel is.

Slide 10 - Tekstslide

5.7 Lesvaardigheden
Een goede voorbereiding van een les is het halve werk, maar die les in de praktijk ook boeiend en effectief geven, is net zo belangrijk. Daarvoor heb je bepaalde lesvaardigheden nodig. Denk aan:
  • aandacht geven en aandacht vasthouden;
  • motiveren en inspireren;
  • betrokkenheid tonen;
  • respect tonen.

Slide 11 - Tekstslide

Als je aandacht aan je leerlingen wilt geven en je wilt die aandacht vasthouden, moet je responsief zijn. Wanneer ben je responsief?
A
Dan reageer je spontaan en impulsief op leerlingen
B
Dan reageer je vlot en juist op signalen van leerlingen

Slide 12 - Quizvraag

5.7.2 Motiveren en inspireren
Een belangrijke taak voor een OA'er is het motiveren van leerlingen en studenten. Positieve feedback geven en vertrouwen hebben en tonen zijn twee belangrijke motivatoren. Geef aan welke voorbeelduitspraken onder 'positieve feedback' vallen en welke onder 'vertrouwen tonen'.
Zie volgende slide.

Slide 13 - Tekstslide

'Je hebt deze opgaven al eerder zelfstandig gemaakt. Deze kun je zelf maken.'
A
Positieve feedback
B
Vertrouwen tonen

Slide 14 - Quizvraag

'Ik laat jullie even alleen en over een uurtje hebben jullie die auto aan de praat gekregen.'
A
Positieve feedback
B
Vertrouwen tonen

Slide 15 - Quizvraag

'Wat zijn jullie goed en rustig aan het werk zeg. Dat vind ik heel fijn.'
A
Positieve feedback
B
Vertrouwen tonen

Slide 16 - Quizvraag

Wat knap dat jij je niet hebt laten uitdagen door die andere leerling. Ik zag dat je boos werd, maar je hield je in'.
A
Positieve feedback
B
Vertrouwen tonen

Slide 17 - Quizvraag

'Gisteren heb je acht van de tien woorden goed geschreven. Ik weet zeker dat je er vandaag negen goed hebt.'
A
Positieve feedback
B
Vertrouwen tonen

Slide 18 - Quizvraag

Betrokkenheid en respect zijn twee belangrijke lesvaardigheden. Welke van de volgende stellingen zijn juist? Zie volgende slide.

Slide 19 - Tekstslide

Als je leerlingen met respect behandelt, betekent dit dat je onder meer afspraken nakomt en betrouwbaar bent.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Betrokkenheid wil zeggen dat je aandacht hebt voor en interesse toont in zaken die leerlingen betreffen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Betrokkenheid richt zich alleen op wat de leerlingen op school doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Respect is vooral een eenrichtingsweg. De leerlingen moeten naar jou luisteren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Respect 
Afsluiter met Koefnoen

Slide 24 - Tekstslide

Als het goed is, weet je nu wat Je leert:
wat Opbrengstgericht werk (ogw) is, wat een didactisch model is en hoe je ermee kan werken, wat lesvaardigheden zijn en waarom ze belangrijk zijn en kan je enkele lesvaardigheden benoemen
Ja, klopt
Een beetje wel
Totaal niet

Slide 25 - Poll

School/Huiswerk:
maak: Kahoot vraag 31 tm 40
inleveren kahoot: vandaag vòòr 18u....
leren voor de toets: 5.1 tm 5.4, 5.6 & 5.7

Slide 26 - Tekstslide