BBL Bewegingsapparaat

• Anatomie
• MBO
• Studiejaar 2

Een ................... is een verbinding tussen twee ................. 

Door een gewricht kunnen botten makkelijk .......................

Gewricht

Botten

bewegen

Stevigheid

Beweging

Bescherming

Vorm

Kalk in je botten

Spieren om je botten

Ribben om je longen

Uitsteeksel op je schedel

De botten van kleine kinderen bevatten

dan de botten van ouderen mensen

lijmstof en                             kalk

meer

minder

Buigspier

Trekspier

Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer

Geeft extra versteviging 

Dit draait in de gewrichtskom

Hierdoor kunnen botten soepel bewegen

Hierdoor kunnen botten soepel bewegen en voorkomt dat botten slijten 

Gewrichtskogel

Gewrichtskapsel

gewrichtsbanden

gewrichtssmeer

kraakbeen

Zet de wervels in de juiste volgorde van boven naar beneden

Bovenste wervel

Onderste wervel

Borstwervel

Heiligbeen

Halswervel

Staartbeen

Lendenwervel

Gewricht

Naad-verbinding- 

Vergroeide botten

Kraakbeen

Wat is een kenmerk van spierweefsel?

1. Spieren zijn altijd aan het werk
2. Spieren zijn verbonden met zenuwen
3. Spieren kunnen contraheren
4. Allen

Wat is de anatomische term voor het bewegingsapparaat?

1. tractus respiratorius
2. tractus circulatorius
3. tractus digestivus
4. tractus locomotorius

Welke van de volgende weefsels behoren tot steunweefsel?

1. kraakbeen en beenweefsel
2. spierweefsel en beenweefsel
3. bindweefsel en spierweefsel
4. bindweefsel en dekweefsel

Uit welk spierweefsel bestaan de afgebeelde spieren?

1. Dwarsgestreept spierweefsel
2. Glad spierweefsel
3. Hartspierweefsel
4. Elastisch spierweefsel

Welke spieren bestaan uit glad spierweefsel?

1. hartspierweefsel
2. skeletspierweefsel
3. bekkenbodemspieren
4. darmwandspieren

Welke spieren bestaan uit dwarsgestreept spierweefsel?

1. slokdarmspieren
2. sluitspier van de maag
3. inwendige sluitspier van de blaas
4. buigspier van het bovenbeen

Bot nummer 5 is..

1. Scapula
2. Sternum
3. Clavicula
4. Mandibula

Het bot bij nummer 9 is..

1. Fibula
2. Humerus
3. Femur
4. Ulna

Welk nummer hoort bij de scapula?

1. 2
2. 6
3. 8
4. 10

Welk nummer heeft het kuitbeen?

1. 20
2. 21
3. 22
4. 23

Wat is een ander woord voor tarsus

1. Voetwortel
2. Middenvoet
3. Scheenbeen
4. Bovenbeen

Uit welke botten bestaat het kniegewricht?

1. Femur en tibia
2. Femur en fibula
3. Femur, tibia, fibula
4. Fibula en tibia

Wat is het grijze onderdeel (4) op de afbeelding?

1. Kraakbeen
2. Lege ruimte tussen botten
3. Gewrichtsschijf
4. Gewrichtssmeer

Welke stof is belangrijk voor de bouw van de spieren?

1. Glycogeen
2. Eiwitten
3. Vitamine D
4. Calcium