Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Les 3 Werk & Ethiek

Les 3 Werk & Ethiek
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3 Werk & Ethiek

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:

  • je weet kennis van de vorige les terug te halen, 
  • je weet wat de betekenis is van ethiek en integriteit ,
  • je bespreekt met medestudenten ethische vraagstukken,
  • je weet wat de functie van een vertrouwenspersoon inhoudt en waarom het zo belangrijk is. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke organisatie past niet binnen het begrip 'sociale kaart'.
A
Veilig thuis
B
GGD
C
Tandarts
D
politie

Slide 3 - Quizvraag

Noem nog één instantie die hoort bij de sociale kaart van een basisschool.

Slide 4 - Woordweb

Wat verstaan we onder een beroepsprofiel?
A
Datgene wat je invult op je Linked-in-profiel bij het kopje 'werk'.
B
Welke competenties je beheerst om bepaald werk te doen.
C
Al je vorige werkgevers.
D
Een beschrijving van verdiensten van het beroep.

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een leerkracht van groep 6 heeft te maken met een beroepscode.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het vier ogen-principe?
A
Dat je altijd met z'n tweeën voor de klas moet staan.
B
Dat je elkaar in een gesprek aan moet kijken.
C
Dat je altijd met een professional en een volwassene in een groep binnen de opvang moet zijn.
D
Dat je altijd moet overleggen wanneer je een eigen idee wilt uitvoeren.

Slide 7 - Quizvraag

vragenronde 
met antwoordkaarten 
over gedragscode en beroepscode
beroepscode
gedragscode

Slide 8 - Tekstslide

voorkennis activeren
Ethiek?

Slide 9 - Woordweb

    8.2 Werk en ethiek
JE MOET ETHISCH EN INTEGER HANDELEN
Ethisch = ethiek: het denken over wat 'goed' en wat 'slecht' gedrag is. 
voorbeeld: Wanneer een kind gepest wordt op school, kan de onderwijzer ook duidelijk maken dat dit niet kan, niet mag en ook niet hoort.

Integer zijn/integriteit= eerlijk en betrouwbaar zijn
voorbeeld: Integere mensen blijven fatsoenlijk in moeilijke situaties.

Ethisch en integer handelen: zorgvuldig, bewust en respectvol handelen.



Slide 10 - Tekstslide

8.2 Werk en ethiek
       
Werk en Ethiek

Wat zou jij doen?
In groepjes van 4 of 5 bedenken wat je zou (kunnen) doen in het geval van de situatie die wordt geschetst. We gebruiken de placematmethode.

  • Wat is volgens jullie groepje de beste oplossing/aanpak?
  • Leg uit waarom

Tijdbewaker: Bewaakt de tijd en zit het groepje voor.
Benthe, Romy, Romy
Renske, Danique
Mart
timer
2:00
timer
2:00
  1. zelf denken en schrijven
  2. aanpak voorlezen
  3. samen beste aanpak kiezen 
  4. uitleg formuleren
timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf als groep een situatie waarin je de werkvorm 'placemat' kunt inzetten.

Slide 12 - Open vraag

8.2 Werk en ethiek
       
Werk en Ethiek

Lees mee (om de beurt lezen) blz 300 'Privacy'.

Hoe ziet de zorg voor privacy bij jou op de BPV er uit?
 

Vragen:  
  1. Hoe noem je de wetgeving die er voor zorgt dat je geen gegevens over leerlingen mag uitwisselen?
  2. Hoe weet je BPV dat jij betrouwbaar en integer bent?

Slide 13 - Tekstslide

8.2 Werk en ethiek
Vertrouwenspersoon










                                                                                       Filmpje over dit werk. Duur: 2.45 min    

               

Slide 14 - Tekstslide

8.2 Werk en ethiek
Vertrouwenspersoon

Vind op Plaza:
  1. Wie zijn de algemene vertrouwenspersonen van het ROC van Twente?
  2. Wie zijn de vertrouwenspersonen van onze locatie?

Bekijk het filmpje van de vertrouwenspersoon.





                                                                                     
               

Slide 15 - Tekstslide

Voor welke zaken kun je terecht bij de vertrouwenspersoon van het ROC van Twente?

Slide 16 - Open vraag

Met ethisch handelen wordt bedoeld dat je nadenkt over wat goed en slecht gedrag is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Waarom is een VOG in sommige beroepen noodzakelijk?
A
Dan weten ze wie je bent en waar je woont
B
Dan weten ze of je betrouwbaar en integer bent
C
Dan weten ze dat je altijd op tijd op je werk zult zijn
D
Dan weten ze dat je boventallig aan het werk kunt gaan

Slide 18 - Quizvraag


Huiswerk voor de komende les :                                
-maak de opdrachten van 8.2 in je werkboek. 
-lees 8.2 nogmaals over

-lees 8.3 ter voorbereiding op de volgende les. 
Dan herkent je brein tijdens de les de informatie en verwerk je het beter.



                                                                      ~Succes~


Slide 19 - Tekstslide