In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
PDO
Les 5: omgaan met verschillen
Profielboek Pedagogiek H. 3
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
- Terugblik vorige les
- Diversiteit
- Waarden en normen
- Referentiekader - Verschil jongens/meisjes
Lesdoel: aan het eind van de les kunnen de studenten uitleggen wat een referentiekader is en hoe dit je beeld van diversiteit kan beïnvloeden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is klassenmanagement?
A
Alle maatregelen die een school neemt om het rustig te houden.
B
Alle maatregelen die een docent neemt om het ideale leerklimaat te scheppen.
C
Alle regels die er zijn om duidelijkheid te organiseren.
D
Alle installaties die een beter klimaat stimuleren.
Slide 3 - Quizvraag
Wat hoort niet bij 21 ste eeuw vaardigheden
A
zelfregulering
B
kritisch nadenken
C
spreekvaardigheid Engels
D
creativiteit
Slide 4 - Quizvraag
Wat is differentiëren?
A
Wiskundige berekeningen maken.
B
Onderscheid maken in ras, cultuur, geaardheid en sekse.
C
Aanpassen aan verschillen.
D
Verschil zien tussen scores van kinderen binnen de groep.
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de volgende video tot 0:42
Slide 6 - Tekstslide
www.leraar24.nl
Slide 7 - Link
Van welke vorm van differentiatie is dit een voorbeeld?
A
Microniveau
B
convergente differentiatie
C
divergente differentiatie
D
Macroniveau
Slide 8 - Quizvraag
In groepjes van 4 de vragen beantwoorden en terugkoppelen in de groep.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
PDO
Les 6: omgaan met verschillen
Profielboek Pedagogiek H. 3
Slide 13 - Tekstslide
Vandaag:
- Terugblik vorige les
- referentiekader
- Diversiteit
- Hoogsensitiviteit
- zorgverbreding (passend onderwijs)
- SDT (relatie, autonomie, competentie)
- Adaptief onderwijs
- Zorgen om kind en/of gezin
Slide 14 - Tekstslide
terugblik
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
Slide 15 - Tekstslide
Welke van de onderstaande stellingen is NIET waar?
A
Normen zijn de praktische uitvoering van waarden.
B
Waarden gelden voor iedereen normen niet.
C
Normen zijn gebaseerd op waarden.
D
Waarden zijn ideeën over goed en minder goed gedrag.
Slide 16 - Quizvraag
Waar vind je de regels en afspraken van een school?
A
Aan de muur van het klaslokaal.
B
In het school -ondersteuningsplan.
C
In de hal en gangen van de school.
D
In het schoolplan van de school.
Slide 17 - Quizvraag
Vandaag:
Lesdoel:
Aan het eind van de les kunnen de studenten uitleggen wat je referentiekader is.
Ze kennen de betekenis van het woord inclusiemodel en kunnen er een voorbeeld van geven.
Ze weten wat diversiteit betekent en kunnen verschillen tussen jongens en meisjes opnoemen.
De studenten hebben kennis gemaakt met het begrip hoogsensitiviteit.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij het woord 'familiediner'?
Slide 22 - Woordweb
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
Hoe komt het dat niet iedereen hetzelfde beeld heeft bij dit woord?
Jouw beeld bouw je op door ervaringen in relatie met mensen om je heen. Deze ervaringen vormen je referentiekader. Komt tot stand door socialisatie.
Kan je referentiekader ook veranderen?
Slide 23 - Tekstslide
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
Wat zou jij doen?
Wat speelt een rol bij je keuze?
Slide 24 - Tekstslide
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
Inclusiemodel
Hierbij wordt steeds gezocht naar de obstakels waardoor personen er niet bij horen, om deze vervolgens te helpen oplossen.
Doel is dat iedereen, ook mensen met een beperking, deel uitmaken van het leven dat we leiden in onze samenleving.
Vroeger werden mensen met beperkingen ‘weggestopt’ in de bossen, nu midden in de samenleving.
Slide 25 - Tekstslide
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
Slide 26 - Tekstslide
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
klassikale oefening op volgende slide
Slide 27 - Tekstslide
diversiteit van de mens
Slide 28 - Woordweb
Slide 29 - Tekstslide
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
Verschillen jongens en meisjes
Ga in tweetallen op zoek naar de verschillen tussen jongens en meisjes (boek/internet). Welke verschillen vind je?
Wat betekenen deze verschillen voor de manier waar op je onderwijs geeft?
Slide 30 - Tekstslide
Verschillen jongens/meisjes
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen
Hoogsensitiviteit
Personen die hoogsensitief zijn ervaren veel prikkels en hebben tijd nodig om deze te verwerken. Prikkels komen ongefilterd binnen en kunnen zorgen voor overprikkeling.
Slide 33 - Tekstslide
www.leraar24.nl
Slide 34 - Link
kenmerken hoogsensitiviteit
Slide 35 - Woordweb
Wat hebben we behandeld:
- referentiekader
- inclusiemodel
- diversiteit
- verschil jongens en meisjes
- hoogsenisiviteit
Volgende les: Lees H 3.2 en 3.3 profielboek pedagogiek