Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Suikerziekte/Diabetes

SUIKERZIEKTE
Wat is het, hoe ontstaat het en waar moet je op letten?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SUIKERZIEKTE
Wat is het, hoe ontstaat het en waar moet je op letten?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Dus:
  • In je lichaam worden koolhydraten uit je eten omgezet in suikers
  • Teveel suiker in je bloed is niet goed
  • Insuline haalt suiker uit het bloed
  • Diabetici hebben geen of niet voldoende insuline
  • Je hebt diabetes type 1 en 2
  • Afhankelijk v.h. type: insuline spuiten, medicatie in vorm van pillen en/of gezonder leven

Slide 3 - Tekstslide

Symptomen (meest voorkomend)


  • Veel plassen (lichaam wil van suikers af)
  • Veel dorst
  • Veel afvallen (vetverbranding, omdat suikers niet gebruikt kunnen worden)
  • Acetonadem (lichaam kan afvalstoffen niet kwijt).Adem ruikt naar nagellakremover
  • Misselijk en moe

Slide 4 - Tekstslide

Type 1

Komt het minst voor
Lichaam maakt geen insuline meer

Vaak erfelijk bepaald

Behandeling: Insuline spuiten of pompje
Koolhydraten tellen!
Type 2

Komt het meest voor
Lichaam reageert niet goed op insuline
Overgewicht, roken, weinig bewegen en ongezond eten zijn risicofactoren

Behandeling: gezonder leven + medicijnen, soms spuiten

Slide 5 - Tekstslide

Bij een hyper:

  • Teveel suiker in het bloed: >10 mmol
  • Veel plassen en dorst
  • Moe en humeurig
  • Misselijk en overgeven
  • Doen: bewegen + insuline spuiten

Slide 6 - Tekstslide

Hypo
  • Te weinig suiker in bloed: < 4 mmol
  • Zweten, trillen, duizelig, slecht zien
  • Plotseling wisselend humeur
  • Hoofdpijn, hongerig en moe (geeuwen)
  • Doen: suikers eten/drinken en na 15 min. opnieuw meten! Een hypo waar niet op gereageerd wordt is levensgevaarlijk, iemand kan in coma raken!!

Slide 7 - Tekstslide

Complicaties van diabetes
'Diabetische voet':
Door diabetes ontstaat beschadiging van bloedvaten
Bloed stroomt minder goed door benen en voeten
Gevolg: wondjes die  niet genezen, ontstekingen, in het ergste geval kan een (gedeelte van) voet afsterven en moet deze geamputeerd worden.
Dus: Observeer altijd goed de benen en voeten van een patiënt met diabetes (controleer op wondjes en verkleuringen) en rapporteer altijd wat je ziet! 

Slide 8 - Tekstslide

Neuropathie
Oftewel: zenuwschade door minder goed werkende bloedvaten

Symptomen: pijn, tintelingen, gevoelloosheid, zweten, minder gevoel en spierkracht in benen

Slide 9 - Tekstslide

Diabetische retinopathie
  • In andere woorden: oogproblemen
  • Veel mensen met diabetes krijgen hiermee te maken
  • Niet scherp zien, dubbel zien, oogontstekingen enz.
  • Laat de ogen regelmatig controleren!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Leven met diabetes
Diabetes kan het leven van iemand enorm beïnvloeden.

En welke behandeling de persoon ook heeft, medicijnen, insuline of alleen letten op gezond leven: vakantie van diabetes heb je nooit!

Slide 12 - Tekstslide

Hulpverleners bij diabetes (meest voorkomend)
- Huisarts (meestal degene waarbij iemand met klachten als eerste komt en afhankelijk van type diabetes het eerste aanspreekpunt voor een patiënt)
- Internist (arts in het ziekenhuis die o.a. gespecialiseerd is in behandelen van diabetes)
- Diabetesverpleegkundige ( leert een patiënt om te gaan met diabetes zoals aanleren van spuiten, controles, herkennen van symptomen etc.)
- Diëtist (leert iemand om de juiste keuzes te maken betreft voeding/beweging, soms begeleiding bij afvallen) 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is een ander woord voor diabetes?
A
suikerziekte
B
hypertensie

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel soorten diabetes (suikerziekte) bestaan er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm van diabetes komt het meest voor?
A
type 1
B
type 2

Slide 17 - Quizvraag

Insuline is een hormoon (chemisch stofje) dat wordt aangemaakt in de alvleesklier
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Bloedsuikerspiegel of glucosespiegel betekent hetzelfde
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Bij diabetes type 1 moet een patiënt altijd insuline spuiten
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Behandelingen bij diabetes type 2 zijn:
gezond dieet en leefstijl en soms medicatie (tabletten of spuiten)
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Van diabetes type 1 kun je niet genezen
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag


Wat moet een diabetes patiënt allemaal leren?

Slide 24 - Open vraag

Een hypo (of hypoglycemie) betekent dat de bloedsuikerspiegel te ________ is
A
laag
B
hoog

Slide 25 - Quizvraag

Een hyperglycemie betekent dat de bloedsuikerspiegel te ______ is.
A
laag
B
hoog

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide