In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Signaalwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Lernziel/ Leerdoel
- Am Ende der Stunde kennst du verschiedene Signalwörter.
- Weißt du warum Signalwörter so wichtig sind?
- Weten dat signaalwoorden verbanden aangeven tussen alinea`s en tussen zinnen
Slide 2 - Tekstslide
Signaalwoorden Nederlands
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
NU Signaalwoorden Duits
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Er geht nicht mit, weil es regnet.
weil= ....
A
gevolg/ conclusie
B
uitbreiding/ opsomming
C
tegenstelling
D
reden/ verklaring
Slide 9 - Quizvraag
Ich habe statt des Autos, doch ein Fahrrad gekauft. doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming
Slide 10 - Quizvraag
Er ist ein guter Fußballspieler, aber er spielt auch gut Tennis. aber= ...
A
tegenstelling
B
gevolg/ conclusie
C
voorbeeld geven
D
uitbreiding/ opsomming
Slide 11 - Quizvraag
Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll! denn = .......
A
reden/verklaring
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
voorbeeld geven
Slide 12 - Quizvraag
Ich habe Englisch und sogar Deutsch!!! sogar = .........
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling
Slide 13 - Quizvraag
In Utrecht ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel viele verschiedene Museen. zum Beispiel = ....
A
voorbeeld geven
B
vergelijking
C
reden/verklaring
D
uitbreiding/opsomming
Slide 14 - Quizvraag
Signaalwoorden
tot nu hebben we signaalwoorden gebruikt om verbanden te vinden tussen zinnen of alinea's maar er kunnen ook vragen gesteld worden over signaalwoorden.
bv welk signaalwoord past bij een bepaalde vraag enz
Slide 15 - Tekstslide
Nu de signaalwoorden leren/oefenen
hierna volgen er 3 linkjes:
1e link: nogmaals de signaalwoorden en bijbehorende verbanden
2e en 3e link: leren en oefenen van signaalwoorden