Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Les 5 Vochthuishouding en basis voeding

300Kcal
77Kcal
484Kcal
169Kcal
110Kcal
1 / 26
volgende
Slide 1: Sleepvraag
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

300Kcal
77Kcal
484Kcal
169Kcal
110Kcal

Slide 1 - Sleepvraag

Les 5
Vochthuishouding

Slide 2 - Tekstslide

Weet jij de 3 soorten sport dranken? Noteer ze hier:

Slide 3 - Open vraag

Voeding #2
Vochthuishouding
.





Slide 4 - Tekstslide

Voeding #2
Vochthuishouding

Slide 5 - Tekstslide

Voeding #2
Vochthuishouding
.
Hypotone drankjes
Hypotone dranken hebben een relatief lage osmotische druk, wat betekent dat het drankje per 100 ml, minder deeltjes (koolhydraten en zouten) bevat dan het vocht in het eigen lichaam heeft. Je lichaam kan het dus eenvoudig opnemen. Deze drank kan je het best vóór en/of tijdens het sporten drinken.


De bekendste hypotone (sport)drank? Water.


Slide 6 - Tekstslide

Voeding #2
Vochthuishouding
.
Isotone drankjes
Isotone sportdrankjes worden iets minder snel opgenomen door het lichaam als hypotone drankjes. Je kunt het vergelijken met de snelheid waarmee je lichaam water opneemt. Daar staat tegenover dat isotone drankjes wel meer energie leveren dan hypotone dranken. De concentratie aan deeltjes in isotone dranken is namelijk even groot als de concentratie deeltjes in het lichaamsvocht.

Hoe herken je een isotone drank?
 Dit soort drankjes heeft 4 tot 8 gram suiker per 100 milliliter. Het kokoswater van Obrigado is hier een goed voorbeeld van.


Slide 7 - Tekstslide

Voeding #2
Vochthuishouding
Hypertone drankjes
Hypertone drankjes worden langzamer door het lichaam opgenomen dan water. Niet echt een dorstlesser dus. Wel levert het meer energie dan isotone en drankjes, en daarmee levert het dus ook meer energie dan hypotoon drinken. Door de langere opnametijd kun je zo’n drankje prima ruime tijd voor het sporten drinken. Denk aan zo’n 30 tot 60 minuten voordat je aan een intensieve workout begint. Dan is het lichaam tegen de tijd dat het aan de bak moet voldoende opgeladen. Ook kun je zo’n drankje na een heftige workout gebruiken om de energievoorraad weer aan te vullen. Deze versie bevat de meeste suikers en de minste hoeveelheid vochtaanvulling.

Slide 8 - Tekstslide

Isotoon
Hypotoon
Hypertoon

Slide 9 - Sleepvraag

Voeding #2
Etiket Lezen

Slide 10 - Tekstslide

Plaats een etiket van een voedingsmiddel die jij bewust kiest/zou kiezen en leg uit waarom jij dit wel eens eet/koopt

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn de aanbevolen hoeveelheden macronutriënten volgens de gezondsheidsraad?

Slide 12 - Open vraag

Aanbevolen hoeveelheden

Slide 13 - Tekstslide

Geef hier je antwoorden a.d.h.v. de % die jij gaat toepassen:

Slide 14 - Open vraag

Voorbeeld
3950 Kcal op een sport dag

60% KD
30% EIWIT
10% Vet

60% Koolhydraten van 3950 = 2370 : 4 = 592 gram


Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
Overzicht van dagmenu KD 590 Gram:


Ontbijt: 150 gram havermout (90g koolhydraten) + 300 gram bananen (69g koolhydraten)
Lunch: 300 gram gekookte witte rijst (84g koolhydraten) + groenten en eiwitten naar keuze
Tussendoor: 400 gram appels (52g koolhydraten)
Diner: 400 gram gekookte volkoren pasta (100g koolhydraten) + groenten en eiwitten naar keuze
Tussendoor: 6 sneetjes volkoren brood (100g koolhydraten)
Avond: 500 gram gekookte aardappelen (100g koolhydraten) met groenten

Slide 16 - Tekstslide

Noteer a.d.h.v. je uitgerekende kcal op een sportdag hoeveel KD / EIW / VET je dient te nuttigen.

Slide 17 - Open vraag

Hoeveel Kcal per minuut verbrand je bij rustig fietsen?
A
4-7 kcal
B
4-10kcal
C
6kcal
D
15kcal

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel Kcal per minuut verbrand je bij snel traplopen
A
4-7 kcal
B
4-10kcal
C
6kcal
D
10+kcal

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel Kcal per minuut verbrand je bij Judo
A
4-7 kcal
B
4-10kcal
C
6kcal
D
10+kcal

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel Kcal per minuut verbrand je bij boodschappen doen.
A
onder de 4 kcal
B
4-10kcal
C
6kcal
D
10+kcal

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel Kcal verbrand je bij met 1 uur lang stevig fietsen?
A
200Kcal
B
300 Kcal
C
50 Kcal
D
660 Kcl

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel Kcal verbrand je bij met 1 uur lang handballen?
A
200Kcal
B
300 Kcal
C
50 Kcal
D
660 Kcl

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel Kcal verbrand je met 1 uur gemiddelde intensiteit op de crosstrainer
A
480Kcal
B
300 Kcal
C
50 Kcal
D
660 Kcl

Slide 24 - Quizvraag

Voeding #2
Etiket Lezen

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb jij geleerd vandaag? Wat neem je mee uit deze les?

Slide 26 - Open vraag