DRAMA | LES 10
DE KUNST VAN FALEN
WIE-WAT-WAAR
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.
DRAMA | LES 10
DE KUNST VAN FALEN
WIE-WAT-WAAR
Deze slide heeft geen instructies
De kunst van het falen is genieten van het falen, voluit de fout in gaan en die fout zo mogelijk niet verdoezelen, maar juist gebruiken.
Theatersport is improvisatie, en bij improvisatie gaat nogal eens wat mis. Dat is niet erg, dat is juist leuk, zowel voor het publiek als voor de speler zelf. Als een speler alles maar goed doet, wordt het publiek daar niet warm of koud van. Als het publiek ziet dat een speler soms óók niet meer weet hoe hij verder moet, zal deze speler des te meer waardering krijgen als hij het spel wél tot een goed einde weet te brengen.
Deze slide heeft geen instructies
Er is geen goed of fout bij theatersport. Elk aanbod kan een verrassende of spectaculaire wending aan de scène geven. Omdat wij zijn opgevoed met goed en fout wijzen we vaak onze eerste impuls af, omdat we denken dat die niet goed genoeg is, en gaan we op zoek naar een 'beter' idee. Het gevolg hiervan is, dat we niet meer improviseren, maar bedacht gaan spelen. Eej ander gevolg is dat je jezelf blokkeert, en als je jezelf blokkeert, blokkeer je in wezen ook de ander. Elk aanbod - hoe gek ook- is voer tot spelen. 'De kunst van het falen' laat je ervaren om jezelf niet te blokkeren, en om plezier te hebben in het 'fout' doen. Veel spelvormen uit de hierna beschreven lessen zijn saai als ze goed gaan: pas wanneer er lekker veel 'fouten' worden gemaakt, worden ze leuk.
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
VERBODEN TE LACHEN
De spelers worden in twee teams verdeeld. Van elk team komt een speler naar voren en deze twee gaan samen op een locatie spelen. Wanneer één van de spelers moet lachen, is deze persoon af en wordt hij vervangen door een andere speler van zijn team.
Speldoel: ontdekken dat het spelers véél leuker is als je af en toe bewust de fout ingaat.
Drie of vier spelers spelen een korte scène. Deze scène is neutraal, zonder hoog oplaaiende emoties of enorme schokkende gebeurtenissen. De andruk moet liggen op handelingen, niet op dialogen. Een speler zet de scène op: de andere spelers komen erbij indien de scène er om vraagt. Als de scène is afgelopen, wordt hij door dezelfde spelers precies hetzelfde overgespeeld, maar nu met een aan het publiek gevraagde emotie. Daarna nog een keer, met weer een andere emotie. Probeer de dialogen zo veel mogelijk exact hetzelfde te houden, zodat de scène echt alleen door de emotie verandert, en niet door de inhoud.
Speldoel: platform neerzetten: tot de kern van een verhaal komen (korte scène): zien welke gevolgen het toevoegen van een emotie heeft.
Suggestie: relatie, locatie, handeling
DE DIERENWINKEL
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies