Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

oa1 Tekstdoel en publiek

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

- je kunt het doel van een tekst herkennen
- je kunt bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is

Slide 2 - Tekstslide

Lees de tekst

Slide 3 - Tekstslide


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
stripverhaal
C
reclametekst
D
recept

Slide 4 - Quizvraag


Wat is de bron van de tekst?

Slide 5 - Open vraag


Wat is het doel van deze tekst?
A
mening geven
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren

Slide 6 - Quizvraag


Wat betekent het woord 'etiquette'?
A
plaksticker
B
regels over wat beleefd is en wat niet
C
naam van de radioshow

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

DOEL van een tekst


- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL

Slide 9 - Tekstslide

DOEL:

Informeren


De schrijver wil dat je iets te weten komt

Slide 10 - Tekstslide

DOEL:

Overtuigen


De schrijver wil zijn mening geven

Slide 11 - Tekstslide

DOEL:

Activeren


De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen

Slide 12 - Tekstslide

DOEL:

Instrueren


De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen

Slide 13 - Tekstslide

DOEL:

Amuseren


De schrijver wil je vermaken

Slide 14 - Tekstslide

PUBLIEK van een tekst


- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

Slide 15 - Tekstslide

PUBLIEK van een tekst

Voor welk publiek een tekst bedoeld is,

zie je aan:

- het onderwerp

- het taalgebruik

- de bron

Slide 16 - Tekstslide

Lees de tekst oriënterend

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 18 - Open vraag


Voor welk publiek is deze tekst geschikt?
A
Voor jongeren van 10-12 jaar
B
Voor jongeren van 14-16 jaar
C
Voor volwassen
D
Voor mensen die van surfen houden

Slide 19 - Quizvraag


Hoe wordt de lezer aangesproken?
A
Met 'je'
B
Met 'u'

Slide 20 - Quizvraag

Hoe kun je aan de lay-out zien dat de tekst voor jongeren is geschreven?

Slide 21 - Open vraag

En nu:
Aan de slag met paragraaf 1.2 van boek A

Slide 22 - Tekstslide