Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

pneumonie W3BOC

pneumonie & materialen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

pneumonie & materialen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

uit hoeveel kwabben bestaan beide longen?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke kennis kan je delen
over pneumonie

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

pneumonie 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

een pneumonie is een
A
longverkalking
B
longvernauwing
C
longverzakking
D
longontsteking

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aspiratiepneumonie?
A
ontstaat door verslikken van voedsel wat in de longen komt
B
ontstaat door onvoldoende doorademen
C
ontstaat door een steekwond in de longen
D
ontstaat bij mensen die een verse buikwond hebben

Slide 8 - Quizvraag

aspiratiepneumonie (=verslikpneumonie): een lichte longontsteking, doordat door verslikken een stukje voedsel/ sap in de longen komt. (Aspireren = verslikken). Komt voor als een zorgvrager zich gemakkelijk verslikt, vaak wanneer het slikreflex ontbreekt.

hypostatische pneumonie =
Longontsteking door onvoldoende doorademen
OOrzaak:
Tijdens rust is de ademhaling altijd oppervlakkiger. De onderste delen van de longen worden dan niet geventileerd (‘gelucht’). Omdat in die longdelen de lucht niet wordt ververst, krijgen micro-organismen de kans om uit te groeien en die veroorzaken longontsteking. Hypostatische pneumonie komt vooral veel voor bij bedlegerige ouderen en bij mensen die een verse buikoperatiewond hebben. De buikwond doet pijn bij diep doorademen.

Waarom wordt er bij een pneumonie een sputumkweek afgenomen?
A
bloed aantonen
B
ziekteverwekker opsporen
C
bepalen hoe ziek de patiënt is

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke diagnostiek kun je inzetten om een pneumonie te diagnostiseren? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

puzzeltijd 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

materialen 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is dit?
A
zuurstoftank
B
zuurstofconcentrator
C
O2 generator
D
zuurstofklok

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf hoeveel liter O2
gebruik je een Aquapak?
A
bij meer dan 3 ltr O2
B
bij meer dan 4 ltr O2
C
bij meer dan 5 ltr O2
D
bij meer dan 10 ltr O2

Slide 14 - Quizvraag

Aandachtspunten luchtbevochtiger
Bevochtig de zuurstof alleen bij een flow van meer dan 5 liter per minuut. Bij een lagere flow heeft het bevochtigen geen voordelen. Daarnaast geeft het bevochtigen van de zuurstof extra risico op infectie. Vervang de luchtbevochtiger als de onderste streep op de fles bereikt is. Gebruik een disposable luchtbevochtiger maar bij één zorgvrager. Gooi het daarna weg.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een actie om decubitus te voorkomen 

Slide 16 - Tekstslide

Decubitus voorkomen
Hoe kun je decubitus van het neusslijmvlies en de neusvleugels voorkomen?
Verschoon dagelijks de neuskatheter en wissel van neusgat en neusvleugel.
Welke O2 toediening is het meest belastend voor de zorvrager?
A
Zuurstofbril
B
Neuskatheter
C
O2 masker

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag in learnbeat 
klaar? kijk samen met je subgroep naar de eindopdracht! 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voor volgende week 
klinisch redeneren 
ASTMA 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies