Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

3.4 Nog meer bankzaken? 3K Antwoorden

3Kader
3.4  Nog meer bankzaken?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3Kader
3.4  Nog meer bankzaken?

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week?
Les 3.4

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Eerste uur LessonUp over 3.4
Tweede uur Oefentoets in Microsoft Forms

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 3.4
- Welke rol speelt de bank bij vraag en aanbod van geld?
- Wat zijn de voor- en nadelen van beleggen in plaats van sparen
- Wat zijn vreemde valuta en hoe gebruik je de wisselkoers?
- Het omrekenen van vreemde valuta naar euro's

Slide 4 - Tekstslide

Met welke vreemde valuta heb jij wel eens betaald?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van sparen?
2 goede antwoorden
A
Rente
B
De bank wordt meer waard
C
Weinig risico
D
Je kunt je geld altijd terugnemen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het nadeel van beleggen?
1 woord

Slide 7 - Open vraag

Je koopt op 16 april aandelen, hoeveel zijn deze waard?
A
€ 8,34
B
€ 10,00
C
€ 11,50
D
€ 12,05

Slide 8 - Quizvraag

Je koopt op 16 april aandelen, je koopt er 1.250. Hoeveel betaal je?
A
8,34 x 1.250 = 10.425
B
12,05 x 1.250 = 15.062,50
C
12,05 - 8,34 = 3,71 x 1.250 = 4.637,50
D
12,05 x 2019 = 24.328,95

Slide 9 - Quizvraag

Je verkoopt op
15 augustus je aandelen, je verkoopt er 1.250. Hoeveel ontvang je?
A
8,34 x 1.250 = 10.425
B
12,05 x 1.250 = 15.062,50
C
12,05 - 8,34 = 3,71 x 1.250 = 4.637,50
D
12,05 x 2019 = 24.328,95

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel geld heb je verlies gemaakt in deze periode?
A
4.637,50 / 15.062,50 x 100 = 30,8
B
12,05 x 1.250 = 15.062,50
C
12,05 - 8,34 = 3,71 x 1.250 = 4.637,50
D
12,05 + 8,34 = 20,39 x 1.250 = 25.487,50

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel procent heb je verlies gemaakt in deze 4 maanden?
A
4.637,50 / 15.062,50 x 100 = 30,8
B
12,05 x 1.250 = 15.062,50
C
12,05 - 8,34 = 3,71 x 1.250 = 4.637,50
D
12,05 + 8,34 = 20,39 x 1.250 = 25.487,50

Slide 12 - Quizvraag

Percentages uitrekenen
Of kruizen

Of deel / het geheel x 100 = ...%

Slide 13 - Tekstslide

Alle landen die de euro hebben, vormen samen de...

Slide 14 - Open vraag

De geldsoort van andere landen, noem je ...

Slide 15 - Open vraag

De ... geeft aan hoeveel één euro waard is in vreemde valuta

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel Britse pond koop je voor € 1,00?
A
1,10
B
1,14
C
0,89
D
0,92

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel Amerikaanse dollar verkoop je om 1 euro te krijgen?
A
1,10
B
1,14
C
0,89
D
0,92

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel Japanse yen kun je kopen voor € 250,-?
A
250 x 114,67 = 28.667,50
B
250 x 118,10 = 29.525,-
C
250 / 114,67 = 2,18
D
250 / 118,10 = 2,12

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel Deense kroon ontvang je voor € 175,00
A
175 x 7,43 = 1.300,25
B
175 x 7,52 = 1.316
C
175 / 7,43 = 23,55
D
175 / 7,52 = 23,27

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel euro krijg je voor 400 Deense kroon?
A
400x 7,43 =2.972
B
400 x 7,52 = 3.008
C
400 / 7,43 = 53,84
D
400 / 7,52 = 53,19

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel euro betaal je voor 250,- Britse pond?
A
250 x 0,89 = 222,50
B
250 x 0,92 = 230,-
C
250 / 0,89 = 280,90
D
250 / 0,92 = 271,74

Slide 22 - Quizvraag

Na de vakantie houdt je 38 Britse pond over, hoeveel euro krijg je?
A
38 x 0,89 = 33,82
B
38 x 0,92 = 34,96,-
C
38 / 0,89 = 42,70
D
38 / 0,92 = 41,30

Slide 23 - Quizvraag

LET OP!
  • Zie je euro's van x
  • Zie je vreemde valuta dan /
  • Ga je van vreemde valuta naar euro dan verkoop je en betaal je meer!
  • Ga je naar het buitenland koop je minder vreemde valuta
  • De bedrijven moeten ook blijven bestaan

Slide 24 - Tekstslide

LET OP!
  • De bedrijven moeten ook blijven bestaan

Slide 25 - Tekstslide