Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Hoofdzin als vraagzin

Hoofdzin als vraagzin
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOMiddelbare schoolStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdzin als vraagzin

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
De afgelopen weken hebben wij het gehad over:

- Enkelvoudige zinnen en meervoudige zinnen,
- De volgorde in een (normale) hoofdzin,
- Voegwoorden (en, maar, want, dus, of),
- Verwijswoorden (die, dit, deze, dat).
- Leestekens (hoofdletters, komma's, punten)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- ken je de woordvolgorde van een hoofdzin als vraagzin,
- weet je dat je aan het einde van een vraagzin een vraagteken schrijft.


Slide 3 - Tekstslide

Hoofdzin
Wat is de woordvolgorde van een hoofdzin?
- Kun je een voorbeeldzin geven?
- Hoe schrijf je een hoofdzin met voegwoorden?
- Kun je een voorbeeld zin geven?


Slide 4 - Tekstslide

Onze school is gastvrij, want ..

Slide 5 - Open vraag

Onze school is gastvrij, maar ..


Slide 6 - Open vraag

Onze school is gastvrij, dus ..

Slide 7 - Open vraag

Onze school is gastvrij en ..

Slide 8 - Open vraag

Hoofdzin als vraagzin
Vraagzinnen kunnen op twee manieren beginnen:
- met de persoonsvorm;                       (gesloten vraag)
   Ga je morgen naar school?

- Met een vraagwoord;                          (open vraag)
Wat ga je morgen doen?


Slide 9 - Tekstslide

Wat valt je op aan de onderstaande zinnen?

Je gaat morgen naar school
Ga je morgen naar school?
Wat ga je morgen doen?

Slide 10 - Open vraag

Hoofdzin als vraagzin

Je gaat morgen naar school
Ga je morgen naar school?
Wat ga je morgen doen?


Slide 11 - Tekstslide

Maak een goede vraagzin bij het antwoord.

...... Ja, ik kom vanavond thuis eten.

Slide 12 - Open vraag

Maak een goede vraagzin bij het antwoord.

...... Nee, ik lust geen groente.

Slide 13 - Open vraag

Maak een goede vraagzin bij het antwoord.

...... Nee, deze groente komt uit Spanje.

Slide 14 - Open vraag

Vandaag:
Kopieerboekje: Strux: H3 ‘woorden over eten’. opdracht 1 t/m 4
Voor woensdag:
Teams: hoofdzinnen als vraagzin


Slide 15 - Tekstslide