Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Voedingsleer samenvatting

Keuzedeel Voedingsleer 
Samenvatting
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel Voedingsleer 
Samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Werkprocessen
Leerdoelen
1.0 Hoofdgrondstoffen hulpgrondstoffen en ingrediënten
7.0 Advies
Informatie over het examen

Klik op de onderstreepte links voor meer informatie.

Slide 2 - Tekstslide

werkprocessen
D1-K1-W1
Heeft inzicht in de (hulp)grondstoffen en ingrediënten
D1-K1-W2
Stelt een bakkerijproduct samen passend bij de levensovertuiging of geloofsovertuiging van de klant
D1-K1-W3
Hanteert juiste etiketten voor bakkerijproducten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waarom zou een klant niet alle producten in de bakkerij kunnen/mogen eten?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is bij gevulde koeken geen hoofdgrondstof?
A
bloem
B
boter
C
spijs
D
suiker

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

In welk product zitten de meeste verzadigde vetten?
A
48+kaas
B
olijfolie
C
slagroom
D
gehakt

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Centraal

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Een etiket vertelt je hoe het product heet
Een etiket vertelt je welke ingredienten er in zitten

Een etiket vertelt je welke allergenen er in zitten

Een etiket vertelt je hoeveel er in zit

Een etiket vertelt je de naam van de producent

Een etiket vertelt je wat de voedingswaarde is.

Een etiket vertelt je hoe lang het houdbaar is

Een etiket vertelt je wat de partijcode is

Slide 22 - Sleepvraag

Op welke producten is etikettering verplicht?
A
Op onverpakte producten
B
Op verse producten
C
Op verpakte producten

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Link

De vermelding '---' staat op zeer bederfelijke voedingsmiddelen, zoals verse vis, gehakt, vlees, etc.
A
TGT
B
THT

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent "RI"
A
Je dagelijkse bijdrage van voedingsstoffen in 1 portie
B
Je dagelijkse bijdrage van voedingswaarde in 1 portie
C
Hoeveel je van een product mag eten
D
Hoeveelheid die in het product zit

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de verplichte volgorde van ingrediënten (grondstoffen)op een etiket?
A
De hoofdgrondstoffen boven in de lijst
B
De droge grondstoffen boven in de lijst
C
De zwaarste grondstof boven in de lijst
D
Allergenen eerst

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Bij welk begrip hoort de volgende beschrijving?

Bij sommige mensen reageert het afweersysteem echter heel heftig op bepaalde eiwitten. De eiwitten die een reactie veroorzaken worden allergenen genoemd. Het afweersysteem van het lichaam gaat de strijd aan met die allergenen. Het lichaam maakt dan antistoffen aan en er komt histamine vrij.
A
Voedselintolerantie
B
Voedselallergie
C
diabetes type 2

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Welke graansoort bevat geen gluten?
A
spelt
B
rogge
C
gerst
D
gierst

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Wat zijn sulfieten?
A
Verdikkingsmiddelen
B
Bindmiddelen
C
Anti oxideermiddelen
D
Conserveringsmiddelen

Slide 37 - Quizvraag

Welke levens of geloofsovertuigingen ken je al die klanten zouden kunnen hebben?

Slide 38 - Woordweb

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

2

Slide 41 - Video

00:24
Welke 2 allegenen komen het meeste voor in de bakkerij?
A
gluten
B
pinda
C
lactose
D
soja

Slide 42 - Quizvraag

01:12
Welke intolerantie komt het meeste voor in de bakkerij?

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Link

7.0 Advies
Opdrachten op het examen
  1. zorg dat je parate kennis hebt over levens en geloofsovertuigingen
  2. zorg dat je parate kennis hebt over de regelgeving rondom etiketten
  3. zorg dat je parate kennis hebt over allergenen en intolleranties 
  4. zorg dat je advies kunt geven over producten
  5. zorg dat je dit advies kunt onderbouwen!

Slide 52 - Tekstslide

Wie zouden dit product niet mogen hebben? (meerdere antwoorden mogelijk).
A
iemand met een soja allergie
B
Iemand met een lactose allergie
C
iemand met coeliakie
D
een veganist

Slide 53 - Quizvraag

Slide 54 - Link

Welke allergenen zitten in dit product?

Slide 55 - Open vraag

Slide 56 - Tekstslide

Examen
Voedingsleer Basis
Vrjidag 29 mei 2020                           9.00 - 10.30u             8auba-8aubx            lokaal: B2.04

Vrjidag 29 mei 2020                           9.00 - 10.30u             7azba-7azbx               lokaal: C1.31


Voedingsleer Gevorderd
Vrjidag 29 mei 2020                            9.00 - 14.00u            7aoba-9apax             via Microsoft teams 
Agenda
Noteer datum en lokaal in je agenda!

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Tekstslide

Slide 59 - Tekstslide

voorbeeld Etiketten

Slide 60 - Tekstslide