In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Het meervoud
Eén is enkelvoud
Twee of meer is meervoud
Slide 1 - Tekstslide
Voet - voeten
lip - lippen
Zo maak je het meervoud:
één voet - twee voeten
één wang - twee wangen
één arm - twee armen
één tand - tien tanden
Je maakt het meervoud vaak met -en
Slide 2 - Tekstslide
Let op woorden met een korte klank!
één pan - vier pannen
één lip - twee lippen
één zus - vijf zussen
één bed - drie bedden
Heeft het enkelvoud een klinker met daarna één medeklinker?
Je schrijft het meervoud met twee medeklinkers.
Het enkelvoud en het meervoud hebben een korte klank.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het meervoud van 'het papier'?
A
de papieren
B
de papiers
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het meervoud van 'de leerling'?
A
de leerlinggen
B
de leerlingen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het meervoud van 'de leerkracht'?
A
de leerkrachtten
B
de leerkrachten
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het meervoud van 'de plant'?
A
de planten
B
de plantten
C
het planten
D
het plantten
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het meervoud van bord?
Slide 8 - Open vraag
Wat is het meervoud van taart?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het meervoud van kip?
Slide 10 - Open vraag
5.6 Been - benen, huis - huizen
Heeft het enkelvoud twee dezelfde klinkers met daarna één medeklinker? Eén klinker gaat weg in het meervoud. Het enkelvoud en het meervoud hebben een lange klank.
één been - twee benen
één oog - twee ogen
één muur - vier muren
één raam - vijf ramen
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het meervoud van 'de schaar'?
A
de schaaren
B
de scharren
C
de scharen
Slide 12 - Quizvraag
Let op! Heeft het enkelvoud twee klinkers of een ij ?
- Is de laatste letter een f? Je schrijft het meervoud met een v.
één neef - twee neven
één vijf - vijf vijven
- Is de laatste letter een s ? Je schrijft het meervoud met een z:
één huis - vier huizen
één prijs - drie prijzen
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het meervoud van brief?
Slide 14 - Open vraag
Wat is het meervoud van straat?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het meervoud van doos?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het meervoud van school?
Slide 17 - Open vraag
5.10 Dokter - dokters
Soms maak je het meervoud anders. Heeft een woord twee of meer lettergrepen? Na -e, -el, -en en -er schrijf je een -s in het meervoud.