Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

HRM-Verandermanagement Rosalie en Niels

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Allergenen ontbreken op menukaart

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Waar ben jij het creatiefst?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens de beeldvormingsfase wordt nog geen discussie gevoerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens de ordeningsfase wordt het een ander herhaald, wat?
A
Aan- en Afwezigen
B
Doel en criteria

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Democratische besluitvorming
A
Iedereen moet voor of tegen zijn
B
Hierbij dient tweede derde van het aantal stemmen te beslissen
C
Het besluit ligt bij 1 persoon.
D
De helft plus één van het aantal stemmen bepaalt de uitslag

Slide 17 - Quizvraag

Meerderheidsbesluit
A
Het besluit wordt gedelegeerd naar één persoon of een groepje personen
B
Iedereen moet voor of tegen zijn
C
Hierbij dient tweede derde van het aantal stemmen te beslissen
D
De helft plus één van het aantal stemmen bepaalt de uitslag

Slide 18 - Quizvraag

Unanimiteitsbeginsel
A
Iedereen moet voor of tegen zijn
B
De helft plus één van het aantal stemmen bepaalt de uitslag
C
Eén tegenstem geldt al als een afstemming
D
Het besluit wordt gedelegeerd naar één persoon of een groepje personen

Slide 19 - Quizvraag

Consensusbeginsel
A
Het besluit wordt gedelegeerd naar één persoon of een groepje personen
B
Niemand heeft principieel bezwaar tegen het besluit
C
Iedereen moet voor of tegen zijn
D
Hierbij dient tweede derde van het aantal stemmen te beslissen

Slide 20 - Quizvraag

Besluiten van recht van veto
A
Iedereen moet voor of tegen zijn
B
Het besluit ligt bij 1 persoon.
C
Eén tegenstem geldt al als een afstemming
D
De helft plus één van het aantal stemmen bepaalt de uitslag

Slide 21 - Quizvraag

Delegatie
A
Het besluit ligt bij 1 persoon.
B
Het besluit wordt gedelegeerd naar één persoon of een groepje personen
C
Hierbij dient tweede derde van het aantal stemmen te beslissen
D
Niemand heeft principieel bezwaar tegen het besluit

Slide 22 - Quizvraag

Autoriteit
A
De helft plus één van het aantal stemmen bepaalt de uitslag
B
Het besluit ligt bij 1 persoon.
C
Niemand heeft principieel bezwaar tegen het besluit
D
Eén tegenstem geldt al als een afstemming

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Welke kenmerken vertonen onderhandelingssituatie?
A
De partijen zijn afhankelijk van elkaar
B
De partijen hebben dezelfde belangen
C
De partijen zijn onafhankelijk van elkaar
D
De partijen hebben verschillende belangen

Slide 31 - Quizvraag

Wat voor soort macht heeft een influencer of een beroemdheid?
A
Afgedwongen macht
B
Referentiemacht
C
Expertisemacht
D
Beloningsmacht

Slide 32 - Quizvraag

Mensen hebben maar 1 bepaalde stijl van besluiten nemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Bij principeel onderhandelen moet de oplossing voldoen aan een ........... norm?
A
Objectieve
B
Subjectieve

Slide 34 - Quizvraag

Vragen?
VRAGEN?

Slide 35 - Tekstslide