Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Monsters nemen

Monsters nemen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProcestechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Monsters nemen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat voor monsters neem jij in jouw bedrijf. En wat gebeurt ermee?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Waarom worden er monsters genomen tijdens de productie?
A
Om de kwaliteit van het product te bewaken
B
Om de werknemers op te leiden
C
Om kosten te besparen
D
Om de productie te versnellen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Representatief monster 
Randommonster
Selectief monster 
Periodiek monster 
Batch
Lot
Heeft dezelfde kenmerken en eigenschappen als de totale hoeveelheid materiaal
Neem je willekeurig
neem je aan de hand van een voorafgaande indeling
monsters die je meerdere keren met dezelfde tijdsintervallen neemt
de hoeveelheid materiaal die je onder dezelfde omstandigheden produceert
de hoeveelheid materiaal die je met 1 monstername bemonstert

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen tijdproportionele en volumeproportionele bemonstering?
A
Er is geen verschil.
B
Bij volumeproportionele bemonstering wordt na een vaste tijd bemonsterd, bij tijdproportionele wordt na een vaste hoeveelheid bemonsterd.
C
Bij tijdproportionele bemonstering wordt na een vaste tijd bemonsterd, bij volumeproportionele wordt na een vaste hoeveelheid bemonsterd.
D
Bij volumeproportionele bemonstering wordt een vaste hoeveelheid tijd bemonsterd, bij tijdproportionele wordt een vaste hoeveelheid volume bemonsterd.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welk proces vindt er in jouw bedrijf plaats?
Leg eens kort uit.

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Hoe neem je een monster?
Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

is conisch (kegelvormig) uitgevoerd. Gebruik je bij niet-poederige, vaste stoffen.

bestaat uit twee buizen, namelijk een binnenbuis en een buitenbuis. Gebruik je bij onverpakte, poedervormige stoffen en korrels of van vloeistoffen.
Is een holle buis met een sleuf. Gebruik je bij grootverpakkingen van poeders en korrels.

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link