Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Deelopdracht 3- referentiekader

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
  • Je interpretatie van een boodschap wordt bepaald door je referentiekader:
    persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring. Het bepaalt de manier waarop je tegen gebeurtenissen aankijkt. 
  • Jouw referentiekader wijkt af van dat van anderen, dus dat kan ervoor zorgen dat je boodschappen anders opvat dan ze bedoeld zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat
Iedereen heeft een andere voorgeschiedenis en achtergrond. Je verleden, wat je allemaal hebt meegemaakt, de gewoontes die je (onbewust) overnam, de context waarin je opgroeide, je (levens)ervaringen, je opleiding, je cultuur, je karakter, je religie, … alles draagt bij tot je referentiekader. Het bepaalt wie je bent, hoe je naar de wereld en naar andere mensen kijkt, hoe je je mening vormt, wat je juist of fout vindt, wat je aanvaardt of juist kwaad van wordt, hoe je handelt en wat je verwacht van anderen.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom 
Wanneer je met mensen werkt, is het ontzettend belangrijk om bewust te zijn van je eigen referentiekader en het referentiekader van de andere. Je moet in je acties bewust omgaan met beide referentiekaders. Indien de leefwereld van je cliënten ver af staat van je eigen leefwereld, wordt dit des te belangrijker om alsnog het verschil te kunnen maken.

Of je het nu wilt of niet, we kennen aan andere referentiekaders positieve of negatieve waarderingen toe. We vinden ze sympathiek of niet, beangstigend of niet, onbegrijpelijk of niet. Dat is vanzelfsprekend en in principe is er ook niets mis mee. Maar wel is het belangrijk dat je je van die waarderingen bewust bent, zodat je handelen zuiver blijft. En meer kennis van achtergronden kan de toegekende waarderingen corrigeren.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe
Dag in dag uit maken we dingen mee, horen we bepaalde dingen in het nieuws, ontmoeten we mensen. Maar niet iedereen zal dezelfde dingen uit het nieuws onthouden of dezelfde ontmoetingen appreciëren. Hetgeen je oppikt, onthoudt, vooropstelt wordt mede door je referentiekader bepaalt. Je ziet de dingen waarin je al geloofde en je hoort de dingen die je eigen kijk bevestigen. Net omdat dit vaak onbewust gebeurt, is het noodzakelijk om er bewust op in te zetten.

Sta stil bij jezelf, leer jezelf kennen. Leer ook de ander kennen en ga op een open en respectvolle manier om met de mogelijke verschillen in ieders referentiekader. Probeer misverstanden te vermijden en durf je eigen vanzelfsprekendheden los te laten.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden en normen
Waarden: Dit zijn ideeën wat goed gedrag en minder goed gedrag is.
Normen: Regels voor gedrag die vanuit waarden ontstaan

Voorbeeld:
Behulpzaamheid
Als een oudere valt, help je hem of haar overeind

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen
Waarden
Geduld hebben
Respect tonen
In de rij wacht je netjes tot je aan de beurt komt
Eerlijkheid
Als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je dat weer terug
Iemand uitlachen is niet leuk

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe houd jij rekening met de verschillen in de klas?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan
bij het woord 'familiediner'?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Hoe komt het dat niet iedereen hetzelfde beeld heeft bij dit woord?
-> Jouw beeld bouw jij op door ervaringen in relatie met mensen om je heen. Deze ervaringen vormen je referentiekader.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie factoren die ons referentiekader beïnvloeden
1. Onze voorgeschiedenis 
2. Ons zelfbeeld, hoe we naar ons zelf kijken
3. Onze verwachtingen.

- Wat denk je dat je van iemand moet weten om zich goed in hem/ haar te kunnen inleven?
- Op welke manier kan je meer te weten komen over het referentiekader van bijvoorbeeld je klasgenoten?


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog?

Slide 12 - Open vraag

Wat je ziet, heeft te maken met je referentiekader; met de manier waarop je naar dingen kijkt. (Dit beeld hebben wij in de les over waarnemen en interpreteren al behandeld) 

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3.Wat betekent referentiekader?
A
De normen en waarden die je zelf kent en gebruikt
B
Een voorbeeld uit je leven
C
Een rolemodel (voorbeeldpersoon)
D
Een les uit je leven.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
  • Waarden, normen
  • Opvoeding
  • Leefsituatie
  • Je werk
  • De media
  • Je vrienden
  • Hoe je geleerd hebt met elkaar om te gaan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Instructie deelnemers:
"De acteur speelt iemand uit de Middeleeuwen. Leg hem eens uit wat een televisie is (of een trein, telefoon, auto, vliegtuig). Daar heb je 3 minuten voor".
De acteur denkt als een Middeleeuwer: hij weet dus wel wat een schilderij is, maar niet wat een beeldbuis is, of een camera of elektriciteit. Let op: een Middeleeuwer is niet dom.
Variant op iemand uit de Middeleeuwen: een oud mannetje, een kind van 5, enz.
Nabespreken:
 Wat hebben jullie gedaan om aan te sluiten bij het referentiekader van de acteur?
 Wat hadden jullie nog meer kunnen doen?
 Wat zegt dit over zaken als aannames en invullen voor een ander?






Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdieping
We gaan de verdieping klassikaal behandelen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies