Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Ongevallen en trauma week 2 ziekenhuiszorg W2VPB

Ongevallen en trauma
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Ongevallen en trauma

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opstapvraag:

Meneer Waas heeft verschillende ribben gebroken, een klaplong en een miltruptuur. Hij gaat naar de intensive care en jij hebt de zorg voor hem. Met welke complicaties houd je rekening gezien het trauma van meneer Waas?
A
pijn
B
bloeding
C
lage saturatie
D
decubitus

Slide 4 - Quizvraag

Te verwachtte complicaties zijn pijn, een bloeding en een lage saturatie. Gebroken ribben zijn erg pijnlijk. Dit kan leiden tot oppervlakkig ademhalen en eventueel een luchtweginfectie. Zowel gebroken ribben als een klaplong kunnen leiden tot een lage saturatie en behoefte aan zuurstof. Een miltruptuur kan leiden tot een bloeding in de buik.

waar staat de afkorting
MMT voor?

Slide 5 - Woordweb

Het Medisch Mobiel Team (MMT) 
helicopter, 
keten aan zorg

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de term Scoop and run?

Slide 8 - Open vraag

Een 'scoop and run' betekent letterlijk 'oppakken en wegwezen'. Hierbij wordt alleen een inventarisatie gedaan van de vitale functies en verder geen aanvullend onderzoek of behandeling gedaan. In gevallen dat een zorgvrager zo spoedig mogelijk naar een ziekenhuis vervoerd moet worden, wordt voor deze methode gekozen. In dit geval zou het heel goed kunnen dat ze voor deze methode kiezen, omdat er mogelijk sprake is van een ernstig trauma.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE methode 
A – airway: beoordeeld wordt of de lucht-/ademweg vrij is; zo nodig moet deze vrijgemaakt worden. 
B – breathing: zijn er symptomen van een bedreigde oxygenatie/gaswisseling? Is er een indruk van de zuurstofsaturatie? Is toediening van zuurstof nodig? Moet er beademing worden toegepast, al of niet met gebruik van hulpmiddelen?
C – circulation: zijn er symptomen van een bedreigde circulatie? Wat zijn de eventuele oorzaken? Zijn er bloedingen?
D – disabilities: is er een bewustzijnsstoornis en/of andere acute neurologische symptomen? Bij de objectivering van storingen in het bewustzijn wordt gebruik gemaakt van de Glasgow Coma Scale.
E – exposure/environment: is de lichaamstemperatuur gestoord en wat is daarvan de oorzaak? Hebben omgevingsfactoren daarop invloed gehad (zoals koud water bij dreigende verdrinking)? Denk ook aan koolmonoxide / de omgeving van de patiënt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar denk je aan bij het
woord trauma?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige aandachtspunten
oedeem
bloeddrukdaling
urineretentie
obstipatie
decubitus
diep veneuze trombose


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wervelletsel 
Door een ongeval of trauma kan er een letsel ontstaan aan de wervels of wervelkolom. De wervelkolom bestaat uit 24 wervels tussen de schedel en het bekken. In de wervelkolom loopt het ruggenmerg. Door een ongeval of trauma kunnen er in de wervelkolom verschuivingen of een breuk ontstaan waardoor het ruggenmerg beschadigd raakt of doorgesneden wordt. Door een beschadiging aan het ruggenmerg kan een dwarslaesie ontstaan

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwarslaesie
- ruggenmerg beschadigd of doorgesneden
- uitval
-gedeeltelijke of incomplete dwarslaesie 
-complete of gehele dwarslaesie 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundige aandachtspunten 
-immobiliseren
-vitale functies -> RR daling
-Röntgen
-CT scan
-MRI
-Bedrust 
-Multidisciplinaire aandacht 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neurotrauma
commotio cerebri
contusio cerebri
schedelfractuur
schedelbasisfractuur
epidurale bloeding
subdurale bloeding

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

epiduraal hematoom: bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en het schedelbot


subarachnoïdale bloeding: hersenbloeding in de hersenvliezen tussen de hersenen en de schedel


subduraal hematoom: bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en het hersenweefsel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige aandachtspunten
Glasgow coma score/EMV
ICP meting
Vitale functies
Misselijkheid/braken
Hoofdpijn




Slide 18 - Tekstslide

Om de druk in de hersenen te kunnen meten, kan er een drukmeetsysteem ingebracht worden om de intracraniële druk te meten (ICP-meting). Wanneer de druk in de hersenen door bijvoorbeeld een bloeding toeneemt, zal de ICP-meter dit kunnen waarnemen.

Observatie van het bewustzijn: Wanneer er complicaties optreden na een neurotrauma kunnen er veranderingen optreden in het bewustzijn van de zorgvrager. Bijvoorbeeld onrust, verwardheid, verminderde aanspreekbaarheid of bewusteloosheid. Controleer het bewustzijn daarom regelmatig. Daarnaast worden er in de praktijk verschillende scoremethodes gebruikt om het bewustzijnsniveau te meten zoals de Glasgow Coma Scale (GCS). Hierbij wordt gekeken of een zorgvrager de ogen spontaan opent op aanspreken, zich motorisch kan bewegen en verbaal reageert op een vraag (EMV-score).
Thoraxtrauma
contusie
fractuur
ruptuur
pneumothorax en hematothorax


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van thoraxtrauma’s 
rib-, long-, borstbeen- of hartkneuzing (contusie)
rib- en borstbeenbreuk (fractuur)
middenrif- of bloedvat (bijvoorbeeld aorta) ruptuur (scheur)
pneumothorax of hematothorax (klaplong of
bloed in de pleuraruimte)

Slide 20 - Tekstslide

Bij een hematothorax is er sprake van een grote hoeveelheid bloed in de thoraxholte. Dit kan ontstaan door een ribfractuur die een bloedvat doorboort of door het directe trauma. Door de aanwezigheid van bloed in de thoraxholte ontstaat er vaak ook een pneumothorax. 
Een rib- en borstbeencontusie zorgt voor pijnklachten bij het ademhalen. Wat voor risico geeft dit?
A
Kans op een pneumothorax
B
Kans op een pneumonie
C
Ribfracturen
D
Ruptuur van de luchtpijp

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een ribfractuur veroorzaken?
2 antwoorden juist
A
Een pneumothorax
B
Een hematothorax
C
Een pneumonie
D
Een ruptuur van de trachea

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trauma van de extremiteiten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem een voorbeeld van een trauma van de extremiteiten

Slide 24 - Woordweb

bovenste extremiteit: schouder, bovenarm, elleboog, onderarm, pols, hand;
onderste extremiteit: heup, bovenbeen, knie, onderbeen, enkel, voet;
luxatie;
weke-delen-letsel.
Breuken 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn belangrijke verpleegkundige aandachtspunten?

Slide 26 - Open vraag

botinfectie, crp 
spiermassa neemt af -> fysio 
niet belasten 
gips
pijn
decubitus 
Wat is het grootste risico bij een buiktrauma?
A
ademhalingsdepressie
B
fractuur
C
bloeding
D
peritonitis

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundige observatiepunten
vitale functies
bloedverlies
huidskleur
diurese -> 0,5 ml/kg/uur
bewustzijn

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fracturen
Wekedelentrauma/ crushletsel
crushsyndroom
luxatie

Conservatief behandelen 

Slide 29 - Tekstslide

Een ander gevaar is het crushsyndroom. Wanneer weefsel, nadat het een tijdje is afgekneld van bloed, weer doorbloed wordt, kunnen er veel afvalstoffen vrijkomen uit het weefsel. Dit kan giftig zijn voor de zorgvrager en leiden tot ernstige nierproblemen.

Veelvoorkomende luxaties worden gezien aan de schouder, knie, heup en vingers. Daarnaast kan er sprake zijn van ‘weke-delen-letsel’. Huid en/of weefsel zijn dan dusdanig beschadigd dat er problemen op kunnen treden.

Een luxatie kan gediagnosticeerd worden door lichamelijk onderzoek. Vaak zie je bij observatie een uitstekend bot onder de huid ontstaan. De diagnose kan met zekerheid worden gesteld door een röntgenfoto.
Hoe was deze les?
Saai
Leuk en afwisselend
Nooit meer doen
Wel OK
Prima
Volgende keer ook zo
Interessant

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies