Schrijf op in cijfers: Dertigduizendvierhonderachttien
1 / 28
volgende
Slide 1: Open vraag
RetailMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Schrijf op in cijfers: Dertigduizendvierhonderachttien
Slide 1 - Open vraag
Wat is een ander woord voor de inkoopfactuurprijs?
A
Inkoopprijs
B
Netto inkoopprijs
C
Bruto inkoopprijs
D
Verkoopprijs
Slide 2 - Quizvraag
Financieel 1
Basisrekenen Hoofdstuk 1 t/m 3
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf 7 tiende als een decimaal getal
Slide 4 - Open vraag
Schrijf op in woorden: 20197
Slide 5 - Open vraag
Wat is de uitleg van het begrip afzet?
A
Het bedrag wat je hebt verdiend
B
Het aantal klanten dat je hebt
C
Het aantal producten dat je hebt ingekocht
D
Het aantal producten dat je hebt verkocht
Slide 6 - Quizvraag
Bereken: 248 + 93
A
340
B
341
C
342
D
434
Slide 7 - Quizvraag
Vul het ontbrekende getal in zodat de uitkomst links en rechts gelijk is: 23+48 = 35 + ...
A
36
B
37
C
38
D
39
Slide 8 - Quizvraag
Schrijf 2 honderdste als decimaal getal
Slide 9 - Open vraag
Sam heeft €79,- opgehaald voor een goed doel en Lieke €83,-. Bereken hoeveel geld zij samen opgehaald hebben
A
€160
B
€162
C
€164
D
€166
Slide 10 - Quizvraag
Waar staat de afkorting btw voor?
Slide 11 - Open vraag
280 meter = .... centimeter
Slide 12 - Open vraag
Bereken 53 x 7
Slide 13 - Open vraag
Kies uit = < > het juist symbool en vul in : 6,75 ... 6,8
A
=
B
<
C
>
Slide 14 - Quizvraag
Bereken 560 : 8
Slide 15 - Open vraag
Rond het getal 5634,470 af op duizendtallen
Slide 16 - Open vraag
Rond het getal 5634,470 af op helen
Slide 17 - Open vraag
Hoeveel millimeter zit er in 2,5 meter?
A
250
B
2500
C
25000
D
250000
Slide 18 - Quizvraag
Milou heeft 198 uur gewerkt en verdient €5,03 per uur. Maak een schatting van het bedrag dat Milou heeft verdiend
Slide 19 - Open vraag
Kies uit = < > het juiste symbool en vul in: Het banksaldo van Ryan is -€23,-. Het banksaldo van Milan is -€25,-. Het banksaldo van Ryan is ........ het banksaldo van Milan
A
=
B
<
C
>
Slide 20 - Quizvraag
Een terras heeft tegels van 50 cm breed en 50 cm lang. Het terras heeft 48 tegels. Hoeveel m2 is dit terras?
Slide 21 - Open vraag
1/8 kilogram staat gelijk aan .... gram
Slide 22 - Open vraag
De lengte van een trerein is 160 meter. De breedte is 1/4 deel van de lengte. De omtrek van dit terrein is ..... meter
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Open vraag
Bereken: 24 + 28 : 7 - 3 x 2 =
Slide 25 - Open vraag
Bereken: 6 x (3 + 4) - 10 : 2 =
Slide 26 - Open vraag
Mitch gaat na een avondje stappen met de taxi naar huis. Het starttarief van de taxi is €5,-. Per gereden kilometer komt er €2,50 bij. De rit van Mitch is 9 kilometer. Bereken hoeveel Mitch voor de taxi moet betalen.
A
€22,50
B
€25,50
C
€27,50
D
€29,50
Slide 27 - Quizvraag
De consumentenprijs van een product is €121. Wat is de verkoopprijs, als het hoge btw tarief van toepassing is?