Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Financiële kengetallen

Financiële kengetallen
commerciële calculaties 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Financiële kengetallen
commerciële calculaties 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling/uitleg
  • nakijken 
  • quiz 
  • Vragen? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken
Wat:
Kijk de proeftoets na
Tijd:
10 minuten
vragen?
Steek je hand op dan komt de docent langs
Klaar?
Ga even stil wat voor jezelf doen.

Slide 13 - Tekstslide

ROI en terugverdientijd
Return on investment 
Rendement op een investering 
ROI= nettowinst/gemiddeld geïnvesteerd vermogen x 100%
Terugverdien tijd = hoe lang het duurt voordat je de investering is terugverdient. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met ROI?
A
Research On Inbound
B
Return On Inbound
C
Research On Investment
D
Return On Investment

Slide 15 - Quizvraag

Het current ratio is gestegen van 2,2 naar 2,8.
Beoordeel deze stijging:
A
De solvabiliteit is gestegen
B
De solvabiliteit is gedaald
C
De liquiditeit is gestegen
D
De liquiditeit is gedaald

Slide 16 - Quizvraag

Het dept ratio is gedaald van 0,80 naar 0,72
Beoordeel deze daling:
A
De solvabiliteit is gestegen
B
De solvabiliteit is gedaald
C
De liquiditeit is gestegen
D
De liquiditeit is gedaald

Slide 17 - Quizvraag

Dit geeft aan in hoeverre de onderneming in staat is om haar langlopende schulden te betalen.
A
liquiditeit
B
solvabiliteit
C
faillissement
D
winstgevendheid

Slide 18 - Quizvraag

Welk(e) van onderstaande gebeurtenissen verbeteren de liquiditeit van een onderneming?
A
Aflossing per bank van een hypothecaire lening
B
Een aandelen emissie
C
De aanschaf van een nieuw duurzaam productiemiddel
D
De verkoop op rekening van goederen met winst

Slide 19 - Quizvraag

Wat staat niet op de liquiditeitsbegroting?
A
Inkomsten
B
Afschrijvingskosten
C
BTW
D
Inkoopwaarde

Slide 20 - Quizvraag

vanaf wanneer is de liquiditeit van een bedrijf voldoende?
A
de quick ratio vanaf 0,1
B
Bij de quick ratio vanaf 0,5
C
de quick ratio vanaf 1,5

Slide 21 - Quizvraag

Moet een balans in evenwicht zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Op de Debetzijde van de balans staan:
A
Crediteuren
B
Bankkrediet
C
liquide middelen
D
Eigen vermogen

Slide 23 - Quizvraag

De balans?
A
laat jouw winst zien
B
geeft inzicht in de uitgaven die maand
C
is altijd in evenwicht
D
overzicht van kosten?

Slide 24 - Quizvraag

Deze balans is juist
A
Waar
B
Onwaar

Slide 25 - Quizvraag

Wat hoort niet op de balans thuis?
A
Gebouw
B
Huur
C
Crediteuren
D
Eigen vermogen

Slide 26 - Quizvraag