26 september

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom in de T9!

Programma

Starter:  6.1

• Subthema 3: 7.1 + 7.2
• Subthema 3: 8.2: lees elkaars tekst en kijk of het grammaticaal klopt. Gebruik de codes van de lijst.
  
• Subthema 4: in de les: uitleg signaalwoorden + bijbehorende opdracht. 
  

Pauze

• Zelfstandig (in tweetallen): 3 en 4. 
  
• NOS nieuws van de week; ieder groepje krijgt een onderwerp, bedenk per groepje 3-5 vragen over dat onderwerp. 
  

Afsluiter 

NOS: in groepjes vragen maken per onderwerp: 3 per onderwerp en die stellen aan de andere groepen. 

6.1

In Duitsland ontsnapte op 24 mei een koe uit de wei. De koes was vetgemest voor vleesproductie en ze zou binnenkort worden geslacht. De koe rende het bos in en liet zich door niemand vangen, zelfs niet door de politie. Er kwam een speciale Facebookpagina voor de koe, met 27000 volgers. Na drie maanden zag een boer haar bij zijn weiland staan. Hij deed het hek open en de koe ging naar binnen. Zo kon de koe worden gevangen. De boer kreeg van een krant 10.000 euro als beloning. Van de koe zal geen vlees worden gemaakt. Ze is gekocht door een dierenbeschermings-organisatie. 

Signaalwoorden (1)

• Je gebruikt ze tussen woorden, tussen zinnen en tussen alinea's om een logisch verband aan te geven.
  
• Na een signaalwoord staat de pv op de 2e plaats in de hoofdzin

- We gingen eerst naar het strand. Daarna aten we pizza. 

- Het landschap van Nederland is niet ruig, maar heeft wel veel variatie. 

• Soms is het signaalwoord een boegwoord van de bijzin; de pv staat dan achteraan in de zin. 

- Op Ameland vind je nog rust doordat er niet zoveel toeristen komen. 

Signaalwoorden (2)

Voorbeelden:

• In een opsomming (en, ook, daarnaast, bovendien, in de eerste plaats, in de tweede plaats, verder)

Nederland heeft veel rivieren. Het land ligt bovendien aan zee.

• In tijd (eerst, vervolgens, daarna, intussen, terwijl, nadat)

Eerst werden grote meren in Nederland drooggemaakt, daarna ontstonden polders.

• In een tegenstelling (maar, echter, toch, in tegenstelling tot..)

Nederland is een klein land. Toch is het landschap gevarieerd.

• Bij een oorzaak, reden of gevolg (doordat, omdat, want, daardoor, daarom)

Nederland ligt onder de zeespiegel doordat het land in de zestiende eeuw is ingepolderd.

wordwall.net

Pauze

Huiswerk

• Subthema 4 opdracht 6 (in Word en per e-mail, uiterlijk maandag 30/9) 

(Word: Jouw naam, naam van de opdracht, datum)

• Slotopdracht (werkblad)
  
• Leren alle woorden van H2. 
  

Code+ deel 4 online omgeving

• Ga naar http://www.nt2plus.nl
  
• Klik op ‘Account aanmaken’
  
• Vul alle gegevens in
  
• Klik op ‘Account aanmaken’
•  Log in met je account (e-mailadres en wachtwoord)
  
• Klik op ‘Inloggen’
  
• Klik rechts bovenin op je ‘Naam’
  
• Klik op ‘Mijn profiel’
  
• Ga naar ‘Licenties en startdata’ en klik op het ‘plus-icoon’
  
• • Vul de licentiecode in en kies een startdatum (datum van vandaag)
• • Klik op ‘Opslaan’

Code+ deel 4 online omgeving

• Ga naar http://www.nt2plus.nl
  
• Log in met je account (e-mailadres en wachtwoord)
  
• Klik op ‘Inloggen’
  
• Klik rechts bovenin op je ‘Naam’
  
• Klik op ‘Mijn profiel’
  
• Ga naar ‘Groep’ en klik op het ‘plus-icoon’
  
• Vul de groepscode (26F0KEF0)
• Klik op ‘Opslaan’
  

www.nt2plus.nl

Waarom Code+?

- Actueel

- Woordenlijst per hoofdstuk

- Voorbereidende     

    examenopdrachten per 

    hoofdstuk.

- Schoolwerk/zelfstudie is 

   50/50.

- Online leeromgeving

- Toets na ieder hoofdstuk.

- Tussenassessment na H5.

- Elk hoofdstuk een buitenschoolse opdracht.

Uitleg Code+

- Uitleg symbolen

- 10 hoofdstukken (ca. 1 hoofdstuk per maand)

- Ieder hoofdstuk bestaat uit 4 subthema's.

- Ieder subthema bestaat uit drie delen:

1. Voor de les

2. In de les

3. Na de les

- Beknopte handleiding voor de cursist.

Code+ deel 4

• 10 hoofdstukken
• Elk hoofdstuk: 4 subthema's
• Elk subthema bestaat uit drie delen:

1. Voor de les (individueel, thuis)

2. In de les

3. Na de les (individueel, huiswerk)

Code+ deel 4 (2)

• Elk hoofdstuk heeft 2 kaders voor grammatica en woordbetekenis. 
• Elk hoofdstuk heeft 1 kader werken met woorden. 
• Ieder hoofdstuk heeft een kader met verbindingen per subthema.
• Ieder hoofdstuk heeft een kader met het idioom (combinatie van woorden die in een taal een bepaalde betekenis hebben). 
• Er is ook een complete woordenlijst van alle woorden uit het boek, op alfabetische volgorde.