In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Woordenboek: les 2
*Alfabet
*Alfabetische volgorde
Woorden met dezelfde beginletter(s).
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
1) Je kunt het alfabet foutloos in 20
seconden opzeggen.
2) Je kunt woorden met dezelfde beginletters
in alfabetische volgorde zetten.
Slide 2 - Tekstslide
Doel: je kunt het alfabet foutloos in 20 seconden opzeggen.
a b c d e
f g h i j k l m n o p
q r s t u v w
x y z
Slide 3 - Tekstslide
Doel: je kunt het alfabet foutloos in 20 seconden opzeggen.
Welke twee video's wil je nog een keer zien?
Zeg na, zing mee, rap mee.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Doel: je kunt het alfabet foutloos in 20 seconden opzeggen.
Kun je het alfabet in 20 seconden opzeggen?
Zeg het alfabet op.
De docent neemt de tijd op.
Slide 9 - Tekstslide
Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Uitleg
De K komt directvoor de L.
De K komt voor de S.
De K komt direct na de J.
De K komt na de A.
Slide 10 - Tekstslide
Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
Opdracht
Welke letter komt (direct) voor de letter?
Welke letter komt (direct) na de letter?
Klik op de goede letter.
Slide 11 - Tekstslide
Welke letter komt direct voor de S?
A
P
B
O
C
R
D
Q
Slide 12 - Quizvraag
Welke letter komt direct na de S?
A
U
B
T
C
W
D
V
Slide 13 - Quizvraag
Welke letter komt na de F?
A
H
B
L
C
J
D
K
Slide 14 - Quizvraag
Welke letter komt voor de F?
A
D
B
A
C
C
D
B
Slide 15 - Quizvraag
Doel: je kunt woorden met verschillende beginletters op alfabetische volgorde zetten.
Luister naar de uitleg op de video's.
(eerste video vanaf 2.20)
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Doel: je kunt letters in alfabetische volgorde zetten.
Opdracht
Zet de woorden in alfabetische volgorde?
1) Kijk naar de eerste letter van elk woord.
2) Kijk naar de tweede letter.
3) Kijk naar de derde letter enz.
Sleep de woorden naar de goede plaats.
Slide 19 - Tekstslide
1
2
3
4
bas
bos
bes
bus
Slide 20 - Sleepvraag
1
2
3
4
ook
oog
oor
oom
Slide 21 - Sleepvraag
1
2
3
4
onweer
onzin
onrust
ongeluk
Slide 22 - Sleepvraag
1
2
3
4
rusteloos
rusten
rustig
rust
Slide 23 - Sleepvraag
1
2
3
4
ziek
zien
zin
zijn
Slide 24 - Sleepvraag
1
2
3
4
schrikken
schriften
schijnen
schrijven
Slide 25 - Sleepvraag
Vragen?
Doel
Je kunt woorden met dezelfde letters aan het begin in alfabetische volgorde zetten.
Heb je nog vragen?
Slide 26 - Tekstslide
Ik kan het alfabet foutloos in 20 seconden opzeggen.
A
Ik kan het nog niet.
Ik maak nog foutjes.
B
Ik kan het nog niet snel. Ik heb meer tijd nodig.
C
Ik kan het goed.
Slide 27 - Quizvraag
Ik kan woorden met dezelfde letters aan het begin in alfabetische volgorde zetten.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.
Slide 28 - Quizvraag
Doel: je kunt woorden met verschillende beginletters in alfabetische volgorde zetten.
Opdracht voor de meisjes: 1) ga op volgorde van de eerste letter van je voornaam staan; 2) kijk ook naar de tweede letter en de derde letter enz. als dat nodig is; 3) ga voor het bord naast elkaar te staan; 4) de eerste leerling gaat aan de kant van de deur staan; 5) je hebt 40 seconden de tijd.
Opdracht voor de jongens: gaat het de meisjes lukken? Ga staan als je denkt dat het gaat lukken.